16 OKTOBER 1969 514 r. jaarverslag en accountantsrapport 1968 van het Medisch Consultatie bureau voor Alcoholisme te Breda; bijlage nr. 283 s. antwoorden op door raadsleden gestelde vragen. VRAAG. De heer VAN DER WERFF. merkt op dat hij laatst met de buitenlandse vriend van zijn fractievoorzitter - die vriend die al eerder commentaar op Bredase toestanden heeft gegeven - rondwandelde en dat deze hem complimenteerde met de allure van de stad, zij het met enige verbazing. Hij constateerde namelijk een "container terminal" op het Chassèveld. Spreker zelf is daar minder gelukkig mee. Bij de rondvraag heeft hij er al eerder op geattendeerd, dat daar een ongewenste toestand ontstaat, door de daar geparkeerde vrachtautocombinaties. Ook elders in de stad vormen deze geparkeerd staande combinaties een obstakel, speciaal bij oversteekplaatsen. ANTWOORD. Ook ons college acht het parkeren van vrachtautocombinaties op een gedeelte van net Chassèveld niet fraai. Uit verkeerstechnisch oogpunt bestaat er echter geen bezwaar tegen dat dergelijke combinaties par keerruimte op het Chassèveld innemen. Verkeerstechnische bedenkingen kleven doorgaans wèl aan het parkeren van vrachtwagens in woonstraten; bovendien kan het parkeren van deze voertuigen in woonstraten gemakkelijk overlast voor de bewoners veroorzaken. Aangezien er in Breda vooralsnog geen openbare parkeerruimten voorhanden zijn waar het parkeren van vrachtwagencombinaties minder bezwaai ontmoet dan op het Chasséter- rein, kunnen wij geen vrijheid vinden maatregelen tot het weren van der gelijke combinaties op het Chassèveld te nemen Zodra de parkeerverordening in werking is getreden, zal aan de hand daarvan onder andere tegen hinderlijk parkeren van vrachtautocombinaties elders dan op genoemd plein worden opgetreden. VRAAG. De heer MEL-ZER vraagt of het college van burgemeester en wethouders contact zou willen opnemen met Rijkswaterstaat met betrekking tot het laten vervallen van de afrit, van de zuidelijke rondweg, welke uitmondt in de Fatimastraat. ANTWOORD. Uit verkeerstechnisch oogpunt bezien is de aansluiting van de afrit van de zuidelijke rondweg aan de Fatimastraat niet ideaal te noemen met name omdat er in de middenberm van de Fatimastraat voor het linksaf- slaand verkeer niet voldoende opstelruimte aanwezig is. Hierdoor kan het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 514