16 OKTOBER 1969
526
De heer KROON: Bij de algemene beschouwingen heb ik een jaar
geleden al duidelijk gezegd hoe ik denk over het optreden van de
heer Woestenberg bij zijn zogenaamd onafhankelijk worden en zijn
zittenblijven. In die mening is geen verandering gekomen en ik heb
dan ook geen behoefte aan het verwarrend betoog dat hij nu heeft
gehouden iets toe te voegen.
De heer MELZER: Ik meen dat er sprake van is dat de P. P, P.
in 1966 niet heeft deelgenomen aan de raadsverkiezingen in Breda
en ik zie de heer Woestenberg dan ook niet als vertegenwoordiger
van de P. P.P. maar nog steeds als vertegenwoordiger van Koekoek
De VOORZITTER: Dames en heren. Ik stel u voor de beraadslagingen
over dit punt te sluiten.
De heer WOESTENBERG; Ik wil nog iets zeggen.
De VOORZITTER: U hebt het woord niet. mijnheer Woestenberg.
De heer WOESTENBERG: Mag er dan niet verder over gedebatteerd
worden? Ik mag toch repliceren?
De VOORZITTER: De beraadslagingen over dit punt zijn gesloten
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten het stuk voor
kennisgeving aan te nemen.
4. ONTWERPBEGROTING VOOR HET JAAR 1970 VAN HET ZUID
NEDERLANDS INSTITUUT VOOR GEMEENTEPOLITIE-OPLEIDING.
5. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT BE
NOEMING IN VASTE DIENST VAN HET HOOFD VAN DE OPEN
BARE SCHOOL VOOR KINDEREN MET LEER- EN OPVOEDINGS
MOEILIJKHEDEN.
6. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VAST
STELLING VAN EEN NIEUWE UITKERINGSVERORDENING
7. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VAST
STELLING VAN EEN NIEUWE WACHTGELDVERORDENING.
8. PREADVIES VAN BURGEMEESTER. EN WETHOUDERS OP HET
VERZOEK VAN HET BESTUUR VAN DE STICHTING NOORD-
BRABANT VOOR SCHOOL- EN BEROEPSKEUZE.
9. PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OP DIVERSE
VERZOEKEN VAN SCHOOLBESTUREN OM MEDEWERKING OP
GROND VAN HET BEPAALDE IN ARTIKEL 72 DER LAGER-ONDERWIjS-
WET 1920.