535 16 OKTOBER 1969 van bezoldiging of pensioengrondslag? Ik weet namelijk niet precies of dit wel op hetzelfde neerkomt- Tot slot een algemene vraag. Wan neer zal uw college deze hele aangelegenheid van centen of procenten ten principale aan ons voorleggen? De heer VAN DER ZWAN: Luisterend naar het betoog van de heer van der Werff kreeg ik de indruk dat deze het had over salarisver hogingen, met name waar hij sprak over de positie van de hogere ambte naren. Het gaat hier echter om een uitkering als tegemoetkoming in de stijging van de kosten van het levensonderhoud, een duurtetoeslag en niets anders. Het in het voorstel genoemde plafond is niet van het college afkomstig, want ook in het advies van de minister wordt een plafond genoemd, namelijk 260, terwijl uw plafond op 200, - ligt. Het verheugt mij dat men in het Georganiseerd Overleg tot een gezamenlijk advies heeft kunnen komen. Ik heb de stukken bestudeerd. De minister van Economische Zaken adviseert een minimum van 110, -- en een maximum van 260, waarmee hij zich conformeert aan het advies van de S.E.R. voor het bedrijfsleven. De Nederlandse Bond voor Gemeenteambtenaren is geporteerd voor een uitkering van minimaal 125, -- en maximaal, 200, -- De A.R.K.A. pleit voor navolging van het voorstel van de minister, dus minimaal 110, -- en maximaal 260, De Samenwerkende Bonden van Overheidspersoneel tenslotte willen, evenals het Centraal Orgaan een uitkering die voor alle ambte naren gelijk is van 140, Van de vijf adviezen die ik hier heb genoemd zijn er vier af komstig van belanghebbenden, namelijk de ambtenaren. Uit deze vier adviezen komen drie opvattingen naar voren. Twee zijn er namelijk gelijk en dan zijn er nog twee verschillende. De keuze zou voor ons wel verschrikkelijk moeilijk worden wanneer wij met nog weer een ander voorstel zouden komen en daarom ben ik blij dat uw preadvies aangeeft 125, -- en 200, Ik zie dat niet zoals de heer van der Werff als weer een ander compromis, want in deze is het advies gevolg van de Nederlandse Bond van Gemeenteambtenaren en. De heer VAN DER WERFF: Het is dus toch een compromis van een compromis Dat zult u mij moeten toegeven.' De heer VAN DER ZWAN: Daar is niets op tegen. Ik wil de heer van der Werff ook corrigeren waar hij zegt dat het college een beslissing heeft genomen. Het college neemt geen beslis singen, maar de raad. Tenslotte had ik van de heer van der Werff wel een nieuw voorstel verwacht, al of niet een compromis, maar ik heb het niet gehoord. De heer KRAMER: Ik meen dat het niet gebruikelijk is dat wij over dergelijke zaken in de gemeenteraad praten, zeker wanneer het voorstel unaniem in het overleg is aanvaard. Ik. geloof dat ik, nadat de heer van der Werff voor een bepaalde groepering heeft gesproken --het systeem is niet aan de orde -- recht doe aan die andere groepering door ook iets te zeggen. Ik wil dat kort en ernstig doen, want ik geloof niet dat dit een zaak is om geintjes over te verkopen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 535