536 16 OKTOBER 1969 De heer VAN DER WERFF: Ik was ook ernstig.' De heer KRAMER: Ik ben blij met dit compromis. Het hele leven is mijns inziens een compromis en als wij het in deze zaak eens kunnen worden verheug ik mij daar des te meer over. De leden van politieke partijen weten immers niet beter.' Ook de leden van de V. V. D. moet het toch bekend zijn dat het wel eens tot compromissen moet komen. Als ik dan kom aan die vloer van 125, ben ik blij dat dit voor driekwart van het personeel betekent dat zij een paar centen meer verdienen. Het compromisvoorstel is nog niet zo gek, want als men de stukken van het rijksoverleg hierover leest, weet men dat in feite ook staatssecretaris van Veen het daarmee eens is. Dat het in het kabinet niet haalbaar is gebleken is een andere zaak. Ik onderschrijf de woor den van de heer van der Zwan: het is een duurtetoeslag en die moet mijns inziens in de eerste plaats terecht komen bij de mensen die het moeilijk hebben door het duurder worden van het leven. Een duurte toeslag heeft totaal niets te maken met het wervingsbeleid, dat zijn twee verschillende zaken die wij goed gescheiden moeten houden. Nogmaals, ik ben heel erg blij met dit unanieme voorstel en ik weet hoe serieus er in het overleg over is gesproken. De heer WOESTENBERG: Ik sta stomverbaasd dat men aan het gemeentepersoneel en vooral aan de hogere ambtenaren duurtetoeslagen gaat toekennen. Salarissen zal ik het niet noemen; men heeft mij zo juist wel een volgeling van de Boerenpartij genoemd, maar ik zal toch geen Koekoek-stijl plegen. Ik moet u echter wel zeggen dat mij sala rissen bekend zijn die mij met weemoed doen denken aan de mensen die met het minimumsalaris moeten rondkomen. Ik ben dan ook van mening dat een duurtetoeslag slechts behoort te worden toegekend op een algemene basis en dat niet de politiek van verdeel en heers moet worden toegepast, zeker niet omdat het tegen de verkiezingen loopt en men gauw een stemmetje wil winnen van de heren ambtenaren, want daar komen deze pleidooien op neer. Wanneer ik zeg dat een duurtetoeslag behoort te worden gegeven op een algemene basis, veroordeel ik daarmee zelfs alle vakbonden, die niet de moed hebben een algemene duurtetoeslag door te voeren voor alle categorieën met een inkomen van minder dan 30. 000, -- per jaar. Ik zie namelijk niet in dat degenen die daar boven zitten, met inkomens van 40. 000, -- tot zelfs 80. 000, -- per jaar, het nodig hebben er nog iets bij te krijgen, of dat nu 260, 240, --off 225, -- is en of dit nu een plafond is of een vloertje. De heer VON SCHMID: In aansluiting op hetgeen reeds gezegd is wil ik opmerken dat mijns inziens het allerbelangrijkste is dat dit voorstel tot stand is gekomen na overleg met de vakorganisaties. Een van de dingen waar wij naar streven is namelijk dat er, als er voorstellen zijn, overleg wordt gepleegd met de belanghebbenden. Dit is blijkbaar een complexe zaak, want er staat ook in het stuk dat de discussie over de principes er van nog gaande is en dat die nog niet is opgelost.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 536