537
16 OKTOBER 1969
Er is gesteld dat er vanavond nog geen beslissing wordt genomen,
maar dat wij vaststellen hoe wij het in dit concrete geval doen in Breda,
met alle adviezen die hierover mogelijk zijn. Het verheugt mij dat er
overleg is geweest dat heeft geresulteerd in dit voorstel. Dat lijkt mij
een gunstige zaak.
Wethouder VAN BIJNEN: De heer van der Werff heeft een betoog
gehouden, een ernstig betoog,
De heer VAN DER WERFF: Dank u well
Wethouder VAN BIJNEN: over een zaak die in den lande
nogal wat beroering heeft gewekt. Het college was van mening het
rijksvoorstel te moeten volgen. Daaruit blijkt dat het college op dit
moment ook niet is geporteerd voor centen, maar voor procenten. Men
moet goed in het oog houden dat wij, wanneer er straks in het Centraal
orgaan en in het overleg met de rijksregering een uitspraak komt over
de kwestie van centen of procenten, niet anders zullen kunnen doen
dan die uitspraak volgen. Dat is namelijk gebruikelijk bij de salariëring
van ambtenaren en daarom ook is het betoog van de heer van der Werff
in feite toegespitst op de vraag of het college kiest voor nivellering.
Nivellering betekent dat wij centen kiezen in plaats van procenten.
Wij hebben echter op dit moment nog niets in die richting gedaan,
hetgeen ook duidelijk blijkt uit het voorstel, want wij hebben aan het
overleg voorgelegd een minimum van 125, -- en een maximum van
260,
De heer VAN DER WERFF: 110, -- en 260,
Wethouder VAN BIJNEN:Inderdaad. Zoals de heer van der Zwan
duidelijk heeft gesteld wilden in het georganiseerd overleg een vakor
ganisatie en twee leden het rijksvoorstel volgen, terwijl de rest wilde
kiezen voor een uitkering van 140, waarmee men dus het centraal
orgaan wilde volgen.
Het georganiseerd overleg geeft advies aan de raad. Wanneer
wij bereiken dat er een compromisvoorstel komt waarin wordt tegemoet
gekomen aan de wensen van de laagst bezoldigden, die meer krijgen dan
f 110, -- namelijk 125, -- en waarin ook de hoogst bezoldigden meer
krijgen dan het centraal orgaan adviseert, meen ik dat er een nuttig werk
is verricht, nog afgezien van het feit dat wij over het algemeen de ad
viezen van het georganiseerd overleg volgen. Wanneer wij daar regel
matig van zouden afwijken, zouden wij moeilijk over deze zaak, die
helemaal geen halszaak is maar slechts een klein facet van de ambte-
narenbeloning, kunnen overleggen.
Er is gevraagd of wij een keuze zullen doen in de vraag van
centen of procenten. In het georganiseerd overleg zijn ook de bedragen
125, -- en 200, -- genoemd. Daarna heeft de neutrale bond een tus
senvoorstel gedaan, dat door alle leden van het georganiseerd overleg
unaniem is aanvaard en ik geloof dan ook dat het college er verstandig