541 16 OKTOBER 1969 Wethouder VAN BIJNEN: Ik hoop dat u mij wilt ontslaan van de taak in te gaan op dit spel over en weer. Dat lijkt mij namelijk niet verstandig. Het is mijns inziens veel verstandiger nog even in te gaan op hetgeen de heer van der Werff heeft gezegd over de moeilijk heden bij het aantrekken van topfunctionarissen en het verschil in op bouw tussen een gemeentelijk apparaat en het bedrijfsleven. Zolang het om kleine bedrijven gaat heeft de heer van der Werff natuurlijk volkomen gelijk, maar wanneer het om grotere bedrijven gaat,groeien deze vormen hoe langer hoe meer naar elkaar toe. Dat wordt duidelijk wanneer men bedenkt dat vooral op de gemeentesecretarie een heleboel adviseurs en deskundigen zitten. Ook in de diensten en bedrijven zit een aantal adviseurs en deskundigen aan de top. Bij de dienst van open bare werken bijvoorbeeld hebben wij weinig mensen op arbeidersniveau meer in dienst. Alleen bij het energie- en waterleidingbedrijf vindt men nog een aantal mensen die handarbeid verrichten, evenals bij het vervoerbedrijf en beplantingen, maar op de gemeentesecretarie ligt dat heel anders. Wij zitten nu eenmaal in deze situatie. Moeten wij er dan rekening mee houden dat het bij ons anders is dan in het bedrijfsleven? Wij hebben per slot van rekening een personeelsbezetting van 1600 S 1700 man. Als men dan zegt dat het moeilijk is om aan personeel en vooral hoger personeel te komen, geloof ik toch dat de heer von Schmid gelijk heeft wanneer hij zegt dat men dit niet moet overdrijven en niet moet zeggen dat deze duurtetoeslag ons op dit punt zal kunnen redden. Wel geloof ik dat van betekenis is de vraag waarvan de heer van der Werff uitgegaan is van centen of procenten. Dat is nu juist de zaak waar het om gaat, de duurtetoeslag is voor ons eigenlijk slechts een weinig aan lokkelijk onderdeel. Laat men over deze zaak nu met algemene stand punten naar voren komen om daar strijd over te leveren. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 21. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VER HOGING VAN HET KREDIET VOOR DE BOUW VAN EEN SECTIEPOST VOOR DE DIENST VAN BEPLANTINGEN AAN DE ZANDHOVENSTRAAT. 22. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AAN GAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERWERVING VAN ONROEREND GOED. 23. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AAN GAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERVREEMDING VAN ONROEREND GOED. 24. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VAST STELLING VAN EEN VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN EEN STRAAT- EN RIOOLBELASTING EN VAN RIOOLRECHTEN IN DE GEMEENTE BREDA EN VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN EEN AFVOER ZUIVERINGSRECHT RIOOLWATER.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 541