16 OKTOBER 1969
542
25. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET TEN BEHOEVE VAN
DE AANSCHAFFING VAN INVENTARISARTIKELEN VOOR DE
GEMEENTELIJKE TECHNISCHE SCHOOL.
26. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET ALS VOORFINAN
CIERING OP PROVINCIAAL SUBSIDIE IN DE KOSTEN VAN
AANLEG VAN EEN TWEETAL RIJWIELPADEN IN DE BARONIE
VAN BREDA.
27. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
VASTSTELLEN VAN BEGROTINGSWIJZIGINGEN.
28. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
TOEKENNEN VAN EEN SCHADELOOSSTELLING AAN J.C. VOS
WEGENS AFSTAND VAN DE HUUR EN HET RECHT VAN GEBRUIK
VAN HET PAKHUIS GASSTRAAT 27, ALHIER.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en
wethouders besloten.
29. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
VERLENEN VAN EEN SUBSIDIE IN DE RESTAURATIE VAN DE
OP DE DEFINITIEVE MONUMENTENLIJST STAANDE LAND-
BOUWSCHUUR, GELEGEN AAN DE HEILAARSTRAAT 235.
De heer GOOS: Ik heb wat moeite met dit voorstel en wel om
twee redenen. In de eerste plaats kan ik mij niet geheel verenigen met
het toekennen van een subsidie aan dit bouwwerk, als men het zo ten
minste nog mag noemen. De tweede reden is dat ik niet kan instemmen
met herbouw van dit pand zolang er geen besluit is van de Kroon over wat
er met de Heilaarstraat gaat gebeuren. Men zal misschien zeggen dat
dit twee verschillende zaken zijn, maar ik meen dat wij deze dingen
in hun samenhang moeten bezien. Wanneer de schuur wordt herbouwd
en de Heilaarstraat blijft zoals die nu is, zal hier voor altijd een onover
zichtelijke kruising ontstaan waaraan straks alleen nog met dure knipper
lichten iets kan worden gedaan.
Wat mijn eerste reden betreft moet ik zeggen dat ik het, nu het
gehele pand op de definitieve monumentenlijst is geplaatst, jammer vind
dat niet een jaar of tien eerder geld aan dit pand is besteed. Ik vind het
erg dat het nu in een zo vervallen en verwilderde staat is gekomen, ter
wijl ik het heel jammer vind dat daaraan nu nog geld zal worden besteed.
Een ieder die deze schuur kent zal moeten toegeven dat het lijkt alsof
men niet weet waar men met het geld naartoe moet. Zou dit nu echt
niet beter kunnen worden besteed? Ik ben helemaal niet tegen het res
taureren van iets dat oud is en destijds mooi geweest is, maar het res
taureren van iets waarvan op dit moment nauwelijks nog iets over is, is
voor mij moeilijk aanvaardbaar. Ik ben dan ook tegen dit voorstel, zeker