16 OKTOBER 1969 544 het ziet is het meer dan verschrikkelijk. Dat bleek inderdaad het geval: er zitten balken in van 300 jaar geleden, die op een zeer speciale ma nier aan elkaar gemaakt zijn. Mijn antwoord was: "Zaag ze eruit en breng ze naar een museum.'Hierbij wil ik het in eerste instantie laten. De heer MELZER: Na de duidelijke uiteenzetting van de heer van Caulil kan ik kort zijn. Ook onze fractie heeft zorgen over deze monumentale bouwval. Ik wil dan ook het verzoek van de heer Goos steunen om dit voorstel aan te houden. Wat mij betreft mag deze bouwval dan op de monumentenlijst blijven staan. Ik heb in deze raad vaker mijn verwondering uitgesproken over de gang van zaken bij Monumentenzorg en ik heb wel eens het idee dat het monumentenmakers zijn. Ik ben dan ook van mening dat het van wijs beleid zou getuigen wanneer dit voorstel voorlopig wordt aangehouden. Wellicht is het mogelijk dat dit geval op de monumentenlijst blijft staan om te zijner tijd elders te kunnen worden her bouwd, waar het misschien ook een grotere rol in het landschap Kan ver vullen. Wethouder GIELEN: Ik heb met belangstelling geluisterd naar de argumenten die naar voren zijn gebracht omtrent dit momument aan de Heilaarstraat. Dat dit in 1965 op de definitieve lijst van Monumentenzorg is gekomen is niet de schuld van de raad; die lijst is samengesteld door Monumentenzorg. Toen de betrokken eigenaar, de tuinder Lambregts, een sloopvergunning vroeg voor de schuur, werd daarop van de zijde van C.R. M. dan ook negatief gereageerd. Zowel zijn boerderij als de bouw vallige schuur staan op de monumentenlijst. Overigens staan de gebouwen niet afzonderlijk op de monumentenlijst, maar waarschijnlijk staan ze op de lijst omdat hetgeen er staat, of nauwelijks meer staat, tezamen een monument vormt. De boerderij op zich is een uniek monument, zoals er in een straal van 50 tot 70 km rond Breda geen tweede te vinden is. De schuur is een uit 1830 daterende Vlaamse schuur. Men kan hier natuurlijk om lachen en ik wil ook wel hartelijk met u mee lachen, maar ik probeer u duidelijk te maken waarom het hier eigenlijk gaat. Het is best mogelijk dat het een heel belachelijke zaak is, maar ik vertel de raad hoe Monu mentenzorg erover denkt. Het staat vast dat wanneer nu of later door wie dan ook vergunning wordt gevraagd aan C. R. M. of aan Monumentenzorg om de boerderij, de schuur of de bakkersoven of alles bijeen te slopen, op een dergelijk verzoek negatief zal worden beschikt. Het komt zelden voor dat Monumentenzorg wanneer er iets gerestaureerd moet worden, het gehele bedrag voor de restauratie subsidiabel stelt. Hier moet inderdaad flink gerestaureerd worden, zoals men kan zien op de foto's die ik bij mij heb. De totale kosten zijn geraamd op 29. 702, -- en dit gehele bedrag is door Monumentenzorg subsidiabel gesteld. Dat komt bijna nooit voor. Dit betekent dat wanneer de gemeente en de provincie daar hun subsidie aan toevoegen, 85*70 van het bedrag wordt gesubsidieerd en de eigenaar 15<7o uit eigen zak moet betalen om de schuur in de staat te brengen waar in die moet komen. De heer Goos heeft gezegd dat wij die subsidie niet moeten ver lenen. Het staat de raad vrij die subsidie al of niet te verlenen, hij is daartoe niet verplicht en als de raad besluit de subsidie niet te verlenen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 544