554 16 OKTOBER 1969 31. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VAN 3200,-- TEN BEHOEVE VAN HET TREFFEN VAN VOORZIENINGEN AAN HET PAND SCHELDESTRAAT 1. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 32. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VERHOGING VAN HET KREDIET TEN BEHOEVE VAN DE VOORBEREIDING VAN EEN BOUWPLAN VOOR DE GEMEENTELIJKE SOCIALE DIENST. De heer WOESTENBERG: Als ik het goed heb begrepen gaat het om het nieuwe gebouw voor de Sociale Dienst. Ik wil daarbij graag een zijdelingse aantekening plaatsen. Van Groningen tot Maastricht schrijft iedereen, tot directeuren van sociale diensten toe, in allerlei bladen over drempelvrees. Ook wordt er op congressen hard over geroepen. Ik wil dan ook voorstellen om wanneer men een nieuw gebouw zet voor de sociale dienst de ingang aan de voorkant te maken en de uitgang aan de achterkant. Dan behoeven de mensen elkaar niet tegen het lijf te lopen, populair gezegd. Op die manier zou men mijns inziens de drempelvrees min of meer kunnen opheffen. Wethouder VERMEULEN: Ik kan slechts zeggen dat dit voorstel een aanvulling betreft op een reeds verleend krediet, om het plan dat nu in schetsontwerp gereed is te voltooien. In het bouwteam hebben de functionarissen die het programma van eisen hebben opgesteld en die ongetwijfeld op de hoogte zijn van de problemen die de heer Woestenberg heeft genoemd, de gelegenheid gehad hierover overleg te plegen. Ik ben van mening dat de privacy die er zeer zeker moet zijn en die op het ogenblik door het ruimtegebrek vaak niet gerealiseerd kan worden, in het nieuwe gebouw zeker veel meer en veel beter tot zijn recht zal komen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 33. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET DOEN AANBRENGEN VAN EEN CENTRALE WARMWATER INSTALLATIE IN HET COMPLEX 168 GALERIJWONINGEN, GROTE ELEMENTENBOUW, IN HOGE VUCHT (WISSELAAR-OOST) EN VERHOGING VAN HET KREDIET VOOR DE STICHTINGSKOSTEN VAN DIT COMPLEX. De heer QUADEKKER: Ik heb een vraag. Geeft dit niet kans op nieuwe storingen en op nieuwe klachten? Bovendien is in onze fractie de opmerking gemaakt dat wanneer deze installatie 's zomers ook warm water moet blijven geven, daar dus ook een ketel zal moeten blijven branden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 554