16 OKTOBER 1969 556 ig te k heb de kosten vragen g onze ht. i ui ver aarbij ndere t is het blok moet vragen willen uit- r nog maar aar van daar itie, derde jke ndeu- dit in staat hien een er Ier deze iloof <e ver- neer ik au ik Tevens eveel er ik varm De heer QUADEKKER: Er komen geen boilers bij deze voorziening. Mevrouw VAN MIERLO-MUTSAERS: Er wordt in het stuk gesproken van boilers. Als er geen boilers komen wil ik toch de temperatuur van het water weten. De heer VAN DER ZWAN: Ik had eigenlijk dezelfde vraag als de heer van Duijl. Men moet een vergelijking maken tussen de vaste kosten bij gebruik van een boiler en bij een warmwaterinstallatie. Die vergelij king valt uit in het voordeel van een warmwaterinstallatie. Iets verder in het stuk staat dat het moeilijk is de variabele kosten tegenover elkaar te stellen, omdat die tevens afhangen van de mate van het individuele gebruik. Dit begrijp ik niet. Worden bij een warmwaterinstallatie de variabele kosten omgeslagen over alle verbruikers, of is er ergens ook nog een meter die het individuele gebruik meet? Indien het laatste het geval is moet het vergelijken van de variabele kosten van boilers en een 'heetwaterinstallatie niet zo moeilijk zijn. De heer JACOBS: Ik ben een groot voorstander van deze centrale warmwatervoorziening, speciaal omdat er ongelimiteerd water kan wor den geleverd. Dit is beslist niet het geval met elektrische boilers, want als dan drie mensen een bad hebben genomen is de boiler leeg. Wethouder VERMEULEN: Allereerst wil ik mij aansluiten bij de opmerking van de heer Jacobs. Het verschil tussen hetgeen hier wordt voorgesteld en wat tot nu toe gebruikelijk was, namelijk in iedere woning een aparte boiler, is juist het onbeperkte van deze voorziening wat de afname van warm water betreft. In de flat is een reservoir, waarin via een leiding het water stroomt. Dit water loopt over een meter en er wordt dus gemeten over een gemeenschappelijke meter. Wij gaan er namelijk steeds meer toe over niet in elke woning een watermeter te installeren, maar een in elk flatgebouw en dan het gemiddelde van het verbruik te berekenen. Het water in dit reservoir wordt verwarmd door warmte die het ketelhuis van de wijkverwarming kan leveren. Dit kan echter ook gebeuren met andere middelen, die per blok of per flat kunnen functioneren. Dit gebeurt ook in de praktijk en de beleggers zijn zeer voor dergelijke voorzieningen geporteerd. Het nadeel van een boiler is dat men zich meestal baseert op een boiler van 80 liter, zeker als men die huurt van het energie- en waterleidingbedrijf. De praktijk wijst uit dat het verbruik daar vaak be langrijk bovenuit gaat. Dan zou men eigenlijk naar een 120-literboiler moeten, maar die variatie zit er niet in en dan gebeurt het vaak dat iemand twee boilers van 80 liter ophangt, terwijl hij in feite voldoende zou hebben aan een boiler van 120 liter. De flexibiliteit van de warm waterlevering wordt door deze voorziening belangrijk verbeterd ten op zichte van de individuele boilers in de woningen. Voorts is gesproken over de leidingen, waarmee men moeilijk heden voorziet. Deze leidingen zijn echter niet anders en niet groter dan -- wanneer men binnen het gebouw blijft -- wanneer men zelf een warmwaterleiding in eigen huis aanlegt. Deze binneninstallatie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 556