557 16 OKTOBER 1969 werkt precies eender als elke andere. Ik geloof dat men op dit punt dan ook niet behoeft te vrezen voor calamiteiten. Overigens is dit geen novum in Breda, want de flats van het Sociaal Fonds voor de Bouwnijver heid in de Hobokenstraat worden op dezelfde wijze van warm water voor zien en ook in de 288 I. B.C. -woningen is een soortgelijke voorziening getroffen. Ik heb reeds gezegd dat het verbruik centraal wordt gemeten. Het verbruik wordt gemiddeld vastgesteld, maar men kan onbeperkt warm water verbruiken. De afsluitbaarheid per woning is een kwestie van het dichtdraaien van een kraan. Als de kraan dicht is is het afgelopen. Het warme water wordt echter van een centraal punt in het gebouw uit geleverd en als daar iets gebeurt betekent dit natuurlijk dat de woningen voor de tijd van de storing zonder warm water zitten. Dit systeem wordt ook buiten Breda en vooral ook in het buitenland toegepast en daar blijkt men er in de praktijk geen slechte ervaringen mee te hebben. De heer van Duijl had gaarne gezien dat dit stuk was behandeld in de commissie voor het energiebedrijf en ik kan mij dat wel voorstel len. Dat dit niet gebeurd is houdt verband met de taakverdeling binnen het college, ook bij de verdeling van voorstellen in de raad. Daarbij wordt het standpunt ingenomen dat alles wat verband houdt met bouwen en tot stand brengen wordt verdedigd door deze wethouder. Dit blijft waarschijnlijk zo wanneer de installatie straks geëxploiteerd wordt, omdat de vergoeding voor de levering van warm water wordt opgenomen in de huishuur. Bij de produktie van het warme water speelt het energie bedrijf natuurlijk een rol. Overigens kan ik zeggen dat de opmerking van de heer van Duijl dat hij zich moeilijk voor kan stellen"dat de variabele kosten worden uitgerekend door openbare werken natuurlijk juist is. Dit gebeurt ook niet door openbare werken en ik geloof ook niet dat deze dienst dit moet doen. In het bouwteam en in de samen werking tussen beide diensten is hierover zeer nauw contact en ik zou haast willen stellen dat de verantwoordelijkheid van het energie- en waterleidingbedrijf voor deze zaak groter is dan die van openbare werken. Ik heb wel getracht een iets exacter opgave te geven over wat onder die variabele lasten moet worden verstaan. Daarbij komt men via een bere kening van de tariefverordening gemeente Breda, uitgaande van 1,10 per 10 K.cal, als ik het goed heb --ik ben niet zo technisch -- aan een be drag voor variabele kosten van 0,63 per woning per week. Daarbij komt nog een vastrecht, dat is becijferd op 0,18 per woning per week en een bedrag van 0,97 dat gerelateerd is aan de bouwkosten, dus voor de binneninstallatie. Dit alles bij elkaar maakt een bedrag uit van 1,78 per week. Daarbij heeft men natuurlijk geen eigen boiler waarvoor men huur zou moeten betalen en geen stroomverbruik en waarbij men geen beperking heeft in het verbruik, dat zoals is gebleken steeds verder toe neemt. Men kan zonder meer een kraan opendraaien en warm water tappen. Mevrouw van Mierlo-Mutsaers heeft een vraag gesteld waarop ik, hoe vreemd dit ook mag klinken, ondanks alle voorbereiding niet direct antwoord kan geven. Zij heeft namelijk gevraagd hoe warm het water zal zijn dat geleverd wordt. Het klinkt misschien dom, maar ik weet het op het ogenblik echt niet. Ik wil haar echter wel beloven dat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 557