int it geen v nijver- :er voor- iening m. Het rarm raaien water als daar ran de teda de deld arstel- >innen rbij ouwen ij ft t, momen nergie- :ing e lijk ok ïen- zou en werken. Ier die bere- 1,10 per een be- bij komt en een de 1,78 sr men *een ;r toe- :er 3P liet het ir ik i dat. 558 16 OKTOBER 1969 De heer JACOBS: 80-90 graden. Wethouder VERMEULEN: Ja, u bent vakman dus u kunt het weten. Ik meen hiermee alle vragen te hebben beantwoord. Met mijn opmerking over de verbruiksmeter meen ik tevens de vraag van de heer van der Zwan te hebben beantwoord over het gestelde op pagina 2 van het stuk. De heer VAN DULJL: Ik dank de wethouder voor zijn duidelijke uiteenzetting over de variabele kosten. Het is mij nu volkomen duide lijk en ik meen dat het bedrag, gezien de mogelijkheden van deze vorm van warmwaterlevering, alleszins aanvaardbaar is. Alleen heeft hij mij een beetje in de war gebracht, toen hij aan het begin van zijn betoog zei dat hij in verband met de binnen leidingen geen problemen zag. Nu ga ik mij namelijk afvragen of dit een aansluiting is op de wijkverwarming of op de blokverwarming. In het eerste geval heeft men natuurlijk niet alleen te maken met een binnenleiding, maar ook met een buitenleiding. Wethouder VERMEULEN: Natuurlijk, maar die ligt er al. Wat wij nu gaan aanleggen is de binnenleiding.Ik heb geprobeerd te verklaren dat een dergelijke voorziening ook per blok kan worden getroffen. De beleggers vinden dit een verbetering van het comfort en zijn daar dan ook voorstander van. Het Sociaal Fonds voor de Bouwnijverheid heeft dit al gedaan in de Hobokenstraat. Men voegt mijns inziens dus geen extra risico toe, maar maakt gebruik van het aanwezige middel. De heer VAN CAULIL: Vele opmerkingen zijn beantwoord en daarmee is mijn ongerustheid weggenomen. Op één punt blijft er echter enige bezorgdheid bestaan. Ik heb de indruk dat de installatie niet per woning afsluitbaar is en zelfs niet per verdieping. Zoals de wethouder het stelt komt het warme water het flatgebouw binnen en zit de afsluiter ergens in de onderbouw. Ik heb duidelijk te kennen gegeven dat ik mij hier zorgen over maak, voor het geval er, op welke manier ook, een breuk in de leiding komt. Ik zou dan ook willen voorstellen om, indien dit niet per woning gebeurt, althans per verdieping een kraan te installeren. Ik noem maar het geval dat er brand komt. Misschien ben ik wel te bezorgd, maar ik zou op deze vraag toch een definitief antwoord willen hebben. Wethouder VERMEULEN: Ik ben niet minder bezorgd dan de heer van Caulil. De moeilijkheid is echter dat men, juist doordat men leek is, voor vragen komt te staan waarop niet direct een antwoord kan wor den gegeven. Ik kan mij voorstellen dat men door het inbouwen van afsluiters iets meer kan regelen dan wanneer dit alleen voor het totaal gebeurt. Ik zal navragen of dit inderdaad gebeurt en zal dit dan laten weten. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 558