16 OKTOBER 1969
562
Na anderhalf jaar heeft dat onderhoud nog niet plaatsgevonden en
wordt in het preadvies gesproken van een contact dat met de Bredase
volkstuinders zal plaatsvinden. U zult wel begrijpen dat deze gang van
zaken zeer bedroevend is. Ik heb al eerder met betrekking tot andere
onderwerpen gesteld dat ik geloof dat het aanbeveling verdient maat
regelen te treffen. Ik heb hierover gesproken met leden van het college
en ik kan niet anders zeggen dan dat die contacten altijd zeer prettig
zijn. Ik ontmoet veel begrip voor deze zaak en het is mij dan ook niet
duidelijk wat de oorzaak is dat men er anderhalf jaar over moet doen
om een contact tot stand te brengen met de belanghebbenden. Ik beveel
dan ook in het bijzonder aan maatregelen te treffen om te voorkomen
dat mensen die belang hebben bij een bepaalde zaak of die gaarne leden
van het college willen ontmoeten, anderhalf jaar moeten wachten en drie
keer moeten vragen of een onderhoud kan plaatsvinden.
Het andere facet van deze kwestie is het huurcontract dat per
1 december 1969 zal moeten worden beëindigd. Er zijn dertig volks -
tuinders, mensen die ouder zijn dan 65 jaar. Verscheidene van hen
zijn ouder dan 70 en een enkele is zelfs ouder dan 80 jaar. Deze mensen
beoefenen in dat complex Plaswijk al sinds vele jaren met plezier de
volkstuinderij. Nu worden zij er vrij plotseling mee geconfronteerd --
tot nu toe leven zij in het onzekere -- dat zij daar weg moeten. In uw
brief van september hebt u mij geschreven te zullen overwegen of er
mogelijkheden waren, waarmee u mij weer wat moed gaf. In het voor
stel dat nu aan de orde is wordt gesteld dat het wellicht mogelijk zal
zijn het complex gedeeltelijk te handhaven. Dit is op zichzelf zeer
bemoedigend, maar u voelt wel dat, als wij goedkeuren dat de huur
overeenkomst per 1 december wordt beëindigd, deze mensen voor bij
zonder grote problemen worden gesteld, omdat zij niet weten in welke
mate zij over het complex zullen kunnen beschikken. Zij weten niet
waar zij naartoe moeten met het vaste glas, zij weten niet wat zij
moeten doen met de vaste planten en al wat dies meer zij. Waar uw
college toch bij herhaling heeft bewezen begrip te kunnen opbrengen
voor de problemen van ouderen van dagen -- men heeft in het verleden
bijvoorbeeld veel geld besteed aan het inrichten van ontmoetingsplaat
sen -- kan ik mij nauwelijks voorstellen dat uw college nu besluit dit
complex gedeeltelijk op te heffen, zonder dat daaraan een uitvoerige
overweging vooraf is gegaan. Het heeft mij ten zeerste teleurgesteld
dat u in uw preadvies stelt nog niet te kunnen zeggen hoe groot het
complex gaat worden. U hebt contact gehad met de Heide Mij. en met
het waterschap de A a of Weerijs als ik het goed begrepen heb. U hebt
de beschikking over een zeer grote technische dienst en ik neem aan
dat een kostenbegroting is opgesteld. Het wil er bij mij dan ook niet in
dat u nu niet kunt vertellen hoe groot het complex wordt dat de volks-
tuinders straks ter beschikking zal staan.
Ik wil u in eerste instantie dan ook een paar vragen voorleggen.
Is het nu absoluut noodzakelijk dat dit complex wordt ingekrompen?
Is het nu absoluut noodzakelijk dat de grond die uit de Aa of Weerijs
gehaald moet worden uitgerekend op dat complex Plaswijk wordt ge
deponeerd? Mocht het antwoord op deze vragen bevestigend luiden,
welk gedeelte blijft er dan over en wanneer komt dat ter beschikking