567 16 OKTOBER 1969 Tegen die achtergrond meen ik dan ook dat pas daarna een zin- kwali nig antwoord kan worden gegeven op de aanvullende vragen van de verlet heer van Banning over wat er gaat gebeuren met de opstallen, het vaste toch glas en de vaste planten. Ik wil hem daarom vragen tot dat moment gelijk geduld te hebben, wij van onze kant zullen alles doen om deze zaak zo vlug mogelijk uit de wereld te helpen. Verm De heer Spanjer is tot de conclusie gekomen dat het lijkt op benac veel geschreeuw en weinig wol. Hij was echter van mening dat dit niet aan d het geval is. Hij vindt de communicatie slecht en ik heb al gezegd van 2 dat ik niet ontken dat er communicatiestoornissen zijn geweest, maar derd, ik geloof niet dat die ertoe hebben geleid dat onoverzienbaar leed is troffe veroorzaakt. Ik meen dat er nog alle tijd is dit te voorkomen en de Plasw zaak tot een goede oplossing te brengen. pread De heer von Schmid heeft gezegd dat ook de verkleining van gebied die gi oorzaak kan zijn van de onrust onder de mensen. Dat is mogelijk, maar helen ik zeg nogmaals dat wij de belangen tegen elkaar moeten afwegen. Wij geacc willen dat zo goed mogelijk doen, maar wij mogen niet over het een vorim praten en het andere niet in onze overwegingen betrekken. De heer Woestenberg heeft zich aangesloten bij de woorden van het a de heer van Banning. Ik meen dat ik, zonder in te gaan op de details, dat d: toch inlichtingen heb gegeven over de stand van zaken. Of er mensen prate zullen moeten vertrekken weten wij niet. Wij zullen er ook onze best van d voor doen dit te voorkomen, maar wij moeten eerst concreet weten ik he hoe de toestand is. infon of alt De heer WOESTENBERG: Nog een klein punt. Door persoonlijke ik go benadering van de mensen, vooral de hoogbejaarden, heb ik gehoord verbr dat er verschillende onder hen zijn die vrijwillig afstand willen doen. mete Daardoor wordt hun aantal kleiner en kunnen de anderen die per se die g willen blijven, later toch nog een redelijk deel krijgen van wat er goed overblijft. Op die manier kan men deze mensen toch hun hobby gunnen. plaat diepi De heer VAN BANNING: Allereerst wil ik wethouder van Bijnen bezw complimenteren. Ik wist namelijk wel degelijk hoe de vork in de steel Ik zo zat. Ik had er ook op willen wijzen dat ik van mening was dat de wet- niet i houder van openbare werken op deze vragen zou moeten antwoorden. haddi Als ik het goed begrepen heb is deze echter pas recentelijk geconfronteerd zal h met dit dossier. Des te meer waardeer ik het in de wethouder dat hij heeft eiger toegegeven dat het enigszins scheef is gegaan. Waar gewerkt wordt kun- Is hei nen nu eenmaal fouten worden gemaakt en misschien zijn er ook wel re- en hc denen geweest deze zaak wat slepende te houden. Ik houd echter staande dat op deze manier een bijzonder slecht effect wordt gesorteerd, dat men sen die om een onderhoud verzoeken dit onderhoud wordt toegezegd, waar- meer na zij bij herhaling tevergeefs verzoeken om realisering van dit gesprek. orgai Ik heb het hele dossier bij mij. Ik geef toe dat het in eerste instantie comj dan wel niet handelde over het opzeggen van de huur van het complex enke Plaswijk, maar het ging toch wel om deze hele materie. In een latere sprek brief wordt gesignaleerd dat er onrust is. Ik heb die brief hier ook bij sprek mij. Daarin schrijft men dat men op grond van die onrust nogmaals aandringt op dat gesprek. Er is echter niets gebeurd en dat vind ik een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 567