16 OKTOBER 1969
568
kwalijke zaak. Ik breng de wethouder in herinnering dat ik dit in het
verleden al bij twee andere zaken heb geconstateerd en hij zou mij
toch zeer verplichten door maatregelen te treffen waardoor dit onmo
gelijk wordt.
Een andere zaak is het complex Plaswijk zelf. Ik geef wethouder
Vermeulen van openbare werken toe dat dit misschien een eenzijdige
benadering is van het probleem. Dat is inderdaad waar. Ik herinner
aan de brief die ik heb ontvangen waarin hij refereert aan de brief
van 22 mei. Ook daarin was deze zaak min of meer eenzijdig bena
derd, want daarin werd gesteld dat er maatregelen moeten worden ge
troffen om de loop van de A a of Weerijs te bevorderen. Er wordt in de
Plaswijkzaak wel gerefereerd aan het besluit van 22 mei, maar in het
preadvies is nog helemaal niet gesproken over de gevolgen. Een van
die gevolgen zou zijn dat naar de opvattingen van toen deze mensen
helemaal zouden moeten verdwijnen. Naar mijn mening had dit zeker
geaccentueerd moeten worden en een punt van overweging moeten
vormen. Wellicht was dan alle onrust weggenomen.
Een andere zaak is dat de wethouder mij niet kan vertellen of
het absoluut noodzakelijk is --ik heb die vraag doelbewust gesteld --
dat die grond daar gedeponeerd wordt. Ik geef toe dat veel mensen
praten over dingen waar zij geen verstand van hebben. Ik ben een
van die mensen, want ik heb niet veel verstand van dergelijke dingen.
Ik heb echter hier en daar mijn licht opgestoken. Als ik goed ben ge-
informeerd is het verdwijnen van het complex Plaswijk door het college
of althans door de gemeente zelf ingebracht in de overwegingen. Als
ik goed ben geïnformeerd zou de A a of Weerijs op dat punt niet worden
verbreed. Als ik goed ben geïnformeerd zou er maximaal een halve
meter van het complex af moeten. Als ik goed ben geïnformeerd zou
die grond nog veel beter elders kunnen worden gedeponeerd. Als ik
goed ben geïnformeerd zou er, als de grond wordt gedeponeerd op een
plaats die verder dan 100 meter verwijderd is van het punt van de uit
dieping, extra voor moeten worden betaald. Ik vind dat niet zo'n
bezwaar als daarmee de zaak van deze volkstuinders gediend zou zijn.
Ik zou mij zelfs kunnen voorstellen dat men zegt dit tuinencomplex
niet ideaal te vinden in het stadspark. Als men het zo had gesteld
hadden wij daar over kunnen praten. Nu ik al deze gegevens heb gehoord
zal het u toch niet verwonderen dat ik als leek, als iemand die dan
eigenlijk niet weet waar hij over praat, hierbij enkele vraagtekens zet.
Is het absoluut noodzakelijk dat Plaswijk geringer van afmetingen wordt
en hoeveel wordt het dan kleiner?
Wethouder VAN BIJNEN: Als de heer van Banning goed geïnfor
meerd is, moet het hem ook bekend zijn dat er met de plaatselijke
organisaties wel degelijk in enig stadium is gesproken over huren en
complexen. Als hij goed geïnformeerd is, zal hij ook weten dat geen
enkel lid van het college ooit niet ingaat op een verzoek om een ge
sprek. Het is bij mij nog nooit gebeurd. Ik kan niet voor mijn collega's
spreken, maar ik weet zeker dat zij dezelfde instelling hebben.