571 16 OKTOBER 1969 RONDVRAAG. De heer VAN DER WERFF: De tentoonstellingsdienst van het Provinciaal Genootschap heeft eergisteren een verzoek gericht tot het gemeentebestuur van Breda. Ik weet niet of dit slechts het college be treft of dat dit aan ons allen gericht is. Deze brief is natuurlijk ver schrikkelijk laat, want het gaat om een tentoonstelling die zal worden gehouden van 1-23 november. Daaraan zullen ook twee Bredase kun stenaars deelnemen. In de brief wordt een aantal mogelijkheden ge noemd voor een vooruitstrevend cultuurbevorderend beleid. Voorgesteld wordt bijvoorbeeld een bruikleenvergoeding voor de betrokken kunste naars. Ik zou het college, hoewel de brief erg laat is, willen verzoeken snel zijn standpunt te bepalen en eventueel daaromtrent voorstellen aan de raad te doen. De heer WOESTENBERG: Ik had diverse vragen, maar ik zal er een paar laten vallen omdat het al zo laat is. Gaarne zou ik van het college vernemen hoe het mogelijk is dat aan iemand een woning wordt toe gewezen, die dit zwart op wit bevestigd krijgt, en dat met een ander een contract wordt gesloten voor hetzelfde huis. Het door de ambtenaar aangevoerde argument dat de eerste persoon, die de toewijzing thuis kreeg, mondeling zou hebben opgezegd klinkt voor mij niet erg geloofwaardig. De tekst van de brief -- waarvan ik een fotocopie bij mij heb -- ver meldt namelijk dat hij niet in staat is een eendere woonruimte aan te bieden. Wanneer iemand vraagt om woonruimte en die niet kan krijgen, valt moeilijk aan te nemen dat men twee of drie weken later een woning zal afzeggen. Ik wil hier verder geen kritiek op uitoefenen. De kern van mijn vraag is nu: is het niet mogelijk in de toekomst dit soort problemen helemaal te vermijden door bij wederopzegging een schriftelijke verkla ring te laten tekenen? Ik heb gehoord dat het bij de afdeling huisvesting wel eens voorkomt dat men zegt er weer van af te zien. Wanneer men in die gevallen bij wederopzegging of afzegging een papier zou laten te kenen, is de ambtenaar gedekt en is men klaar. In dit geval is echter een woning aan iemand toegewezen, terwijl tegelijkertijd of korte tijd later met iemand anders een contract werd gesloten, die de woning dan ook heeft betrokken. Ik heb nog één vraag en die heb ik in limerick-stijl gezet. Dat is: de roep om een "publiek" damestoilet, schrikt u niet. Het moet worden gezegd - want het staat in geen krant of gazet, in het centrum-Breda is grote behoefte aan een "publiek" damestoilet; Maar zo'n openbaar damestoilet staat niet overal "comme il faut", misschien is er plaats in de buurt van het politiebureau? De dames zijn dan meteen op hun "gemak" gezet Want bij dit damestoilet MOET men zich alleen tot de dames be perken en bepalen, Om te voorkomen dat men het woord "publiek" wel eens te let terlijk zou kunnen vertalen. Daarom, mijnheer de Voorzitter, nogmaals het DRINGEND beroep: Laat de dames, in hun moeilijke uren, niet op straat of op de stoep, maar laat dit voorstel de "eindstreep" halen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 571