13 NOVEMBER 1969.
582
jaccountantsrapport 1968 van de Stichting Verenigde Openbare
Bibliotheken Breda;
k. bevolkingsstatistiek van de gemeente Breda over de maand au
gustus 1969;
1. financiële jaarstukken 1968 van de stichting voor aangepaste ar
beid "De Brandelaar";
m. overzicht gesloten kas- en geldleningen, alsmede rijksvoorschotten
ingevolge de woningwet over de maand oktober 1969;
n. besluiten van burgemeester en wethouders tot het aangaan van
kasgeldleningen en geldleningen;
o. besluiten van de commissaris van politie tot het treffen en ophef
fen van tijdelijke verkeersmaatregelen;
p. controlerapporten van gemeentelijke administraties;
q„ statistische gegevens van de gemeentelijke sociale dienst (afde
ling huisvesting) over de maand oktober 1969;
rbeslissing G nr. 66744 dd. 15 september 1969 van de kamer uit de
gedeputeerde staten van Noord-Brabant voor de behandeling van
administratieve geschillen ingevolge artikel 35 van de woning
wet, waarbij het besluit van de raad van de gemeente Breda tot
onbewoonbaarverklaring van de woning Ginnekenweg 91 wordt
gehandhaafd en het daartegen door mevrouw C.H.R. Kemmer-
ling-Dieckman ingestelde beroep, ongegrond wordt verklaard;
sBezwaarschrift aan gedeputeerde staten inzake de ruilverkaveling
"Rijsbergen";
t. bijlage nr. 319
Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
VRAAG.
Mevrouw DE BONTE zegt, dat het sportpark I sinds 11 december
1968 éénrichtingverkeer heeft gekregen met een eenzijdig parkeerver
bod in de straten. Alle bewoners hebben daar een circulaire over thuis
gekregen hoe dat zal gaan werken. Als laatste mededeling stond daar
in, dat de auto's niet meer op het trottoir geparkeerd mogen worden.
De straten in sportpark I zijn echter zo smal, dat, als de auto's niet
meer op het trottoir geparkeerd mogen worden, het voor grote vracht
wagens niet meer mogelijk is de hoeken bijvoorbeeld op het Tennisplein
te nemen. Zij heeft het vandaag nauwkeurig kunnen gadeslaan en het
is een vervelende situatie. Zij vraagt opnieuw de mogelijkheid te bezien
de wagens gedeeltelijk van het trottoir gebruik te laten maken bij het
parkeren.
ANTWOORD.
Ons college wenst niet meer over te gaan tot het tolereren en aanmoe
digen van handelingen van verkeersdeelnemers, die in strijd zijn met
de bepalingen van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens,
omdat gebleken is, dat deze handelingen dan ook gaan plaatsvinden
in straten waarvoor het niet in de bedoeling ligt ze toe te laten, omdat
het niet nodig is.