13 NOVEMBER 1969
584
catie van de Nederlandse Volksverhalen, het bestuur van de culturele
werkgemeenschap en enkele andere belangstellenden ten einde na te
gaan of en op welke wijze eventueel tot een carnavalsmuseum moet
worden overgegaan. Zodra deze besprekingen zijn afgerond zullen ook
wij ons standpunt bepalen.
VRAAG.
De heer SPANJER vraagt wanneer het accommodatierapport aan
de raad aangeboden wordt (betreffende ruimtebiedende gelegenheid).
ANTWOORD.
Op vragen in het verslag van het onderzoek van de begroting 1969 heb
ben wij geantwoord dat een volledige inventarisatie van de huidige si
tuatie van gebouwen en het gebruik van deze gebouwen gewenst is,
waarbij eveneens aandacht aan de beheersvorm geschonken dient te
worden (centraal rapport pag. 1117). Dit onderzoek is eerst in het voor
bereidend stadium.
VRAAG.
De heer SPANJER zegt graag geïnformeerd te worden over de
stand van zaken met betrekking tot het plan voor het bouwen van een
gemeenschapshuis in de wijk Tuinzigt.
ANTWOORD.
De bouw van een gemeenschapshuis in de wijk Tuinzigt is opgenomen
in het onrendabel investeringsplan 1970-1973 (1970).
Door verloop van tijd bleek het wenselijk het oorspronkelijk program
van eisen te wijzigen en de wensen van de verschillende belangstellen
den op elkaar af te stemmen en te integreren. Bij de voorbereiding
hiervan is ook de stichting Ruimte voor de Jeugd te Rotterdam betrok
ken. Het program van eisen zal binnenkort aan ons college worden over
gelegd.
VRAAG.
Mevrouw DE BONTE-DE MUNNIK zegt, dat op de hoek Olympia-
straat- Piet Avontuurstraat door de gemeente beplantingen zijn aange
bracht, waardoor het verkeer, komende uit de Olympiastraat, het ver
keer van rechts niet kan zien. Dit is een vrij gevaarlijke situatie en
verwijdering van enkele heesters zou al een verbetering zijn, te meer
omdat ter plaatse een speeltuin is en kinderen soms vanachter die hees
ters vandaan schieten. Spreekster verzoekt het college om aldaar de
situatie te bezien en enkele heesters te doen verwijderen, zodat het
uitzicht beter wordt.