591 13 NOVEMBER 1969. zijn de twee rechter banen bestemd voor recht doorgaand verkeer dat vanuit de stad komt. Zij worden beveiligd door rood licht. Een auto mobilist die komt aanrijden ziet wel dat rode licht, maar heeft het idee nergens voor te hoeven wachten, want rechts is geen weg en voor hem is alles vrij, zodat daar herhaaldelijk moedwillig door het rode licht wordt gereden. Ik weet natuurlijk wel waarom dat licht daar is aangebracht, want even voorbij de kruising is een oversteekplaats voor voetgangers gemaakt, maar toch is deze toestand verwarrend. Zou hieraan iets kunnen worden gedaan? ANTWOORD. Na de reconstructie bestaat dc Teteringsedijk voor beide verkeersrich- tingen uit twee rijstroken. Nabij de aansluiting van de Oosterhoutseweg op de Tilburgseweg is voor het verkeer in de richting Tilburg een derde opstelstrook aangebracht, die speciaal bestemd is voor het linksafslaand verkeer. Deze strook heeft een breedte van 2.75 meter en biedt vol doende plaats, zowel aan auto's als aan fietsen en bromfietsen. Fiet sers en bromfietsers mogen over de volle breedte van de strook gebruik maken. Van deze opstelstrook wordt momenteel nog druk gebruik ge maakt, doch de verwachting lijkt gerechtvaardigd, dat het verkeers aanbod op dit kruispunt voor de richting Teteringen drastisch zal ver minderen. Het aanleggen van een vrijliggend fietspad voor linksafgaande fietsers en bromfietsers zou betekenen het inschakelen van een aparte fase in de ter plaatse aanwezige verkeerslichteninstallatie, waardoor de tota le afwikkeling van de cyclus meer tijd zou vergen dan onder de gegeven omstandigheden verantwoord is. Het kan uiteraard voorkomen, dat de automobilist, die in de richting Tilburg rijdt, op deze kruising moet stoppen voor rood licht, terwijl er op dat moment geen overstekende voetgangers ter beveiliging van wie dat rode licht is bedoeld, zijn. Dit geringe inconveniënt voor de auto mobilist is de prijs, die betaald moet worden voor de zekerheid, dat voetgangers (veel schoolkinderen) ter plaatse veilig kunnen oversteken. VRAAG. De heer WOESTENBERG vraagt betreft de Haagdijk: Ik heb al een paar keer gevraagd daar de blauwe zone in te voeren. Ik heb nu een eigen onderzoek ingesteld onder de mensen die hiermee te maken hebben. Zij zeiden dat, als b» en w. er per se een blauwe zone wilden maken, beter parkeermeters zouden kunnen worden geplaatst. Daarvoor bestaat heel veel belangstelling, zowel van de zijde van de winkeliers als van die van de particulieren. Dit laatste is merkwaardig, want men zou verwachten dat particulieren daarmee niet blij zouden zijn, maar zij zijn dat toch wel, want zij ergeren zich thans dagelijks aan het dubbele parkeren dat ter plaatse zeer veel voorkomt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 591