13 NOVEMBER 1969.
594
In het algemeen ben ik het met de opmerking van mevrouw
Van Mierlo eens, dat het toch wel gewenst is ter zake van het vermel
den van de B. T.W. in de raadsstukken een andere vorm te vinden. Tot
dusver is er geen vaste vorm voor geweest en dat vindt ook zijn oorzaak
in het feit dat de stukken door verschillende afdelingen worden samen
gesteld en deze afdelingen handelen op dit punt niet altijd even uni
form als wij zouden wensen.
Over het concrete voorstel 323 heeft mevrouw van Mierlo gevraagd
hoe het met de B.T.W. zit, op welk bedrag deze B.T. W. betrekking
heeft en welk percentage er in rekening moet worden gebracht. Dit
voorstel valt uiteen in twee afzonderlijk ingebrachte voorstellen, te
weten een voorstel ter vervanging van de berging en een voorstel tot
uitbreiding van het controlegebouw. De kosten van de vervanging van
de berging kunt u taxeren door de eerste vier bedragen bij elkaar te
tellen, terwijl u de kosten van uitbreiding van het controlegebouw kunt
waarderen door de vijf daaraanvolgende bedragen op te tellen en u
komt dan tot een bedrag van 20. 800, --. Het eerste gedeelte is be
rekend inclusief B. T. W. en op het tweede deel 20» 800, -- drukt 12%
B. T.W. en dat levert een bedrag van 2.496, -- op en dat klopt pre
cies met hetgeen er staat.De vrees van mevrouw Van Mierlo dat zij
door deze niet uniforme behandeling achteraf nog weer zal worden ge
confronteerd met een extra-krediet-aanvrage voor de B.T.W. is der
halve ongegrond. Zowel bij het ene gedeelte waar het afzonderlijk is
vermeld als bij het andere gedeelte waar het niet afzonderlijk is ver
meld, is rekening gehouden met de B.T.W.
De VOORZITTER: Duidelijk is het natuurlijk niet.
Wethouder VERMEULEN: Ik heb ook gezegd dat het niet duide
lijk was, maar ik heb wel gezegd hoe u het kunt berekenen en waar
de genoemde B.T.W. betrekking op heeft. Het zal toch wel duidelijk
zijn dat het genoemde bedrag 12% van 20.800, -- is.
Mevrouw Van Mierlo heeft voorts gesproken over voorstel 10, dat
handelt over het bouwen van een clublokaal op het sportpark aan de
Molengracht. Daarbij kan dezelfde redenering worden gevolgd als bij
het eerste stuk» Het totale bedrag dat wordt genoemd is inclusief de
B.T.W. en ook in dit geval zal er geen extra aanvrage meer behoeven
te worden gedaan voor de B.T.W.
Ten aanzien van punt 11 bestaat toch enig misverstand. Mevrouw
Van Mierlo concludeert namelijk dat de 12% B.T.W. alleen maar over
de lonen wordt berekend en niet over de in deze opstelling genoemde
materialen. Dat is niet juist, het bedrag aan B.T.W. is 12% van het
totale bedrag van 181.000, -- maar daar moet van tevoren het be
drag voor de B.T.W. en de kosten van Openbare Werken en de afron
dingen van afgetrokken worden. Als u daarna 12% van het overblijvende
bedrag neemt komt u precies uit op 18.384, --.
In het stuk bij agendapunt 20, een stuk van het Energie- en Wa
terbedrijf, staat de B.T.W. weer apart vermeld. Ik ben begonnen met
te zeggen dat wij ernaar moeten streven dat deze cijfers in den vervol
ge op uniforme wijze aan de raad worden voorgelegd. Dat is het enige