13 NOVEMBER 1969. 614 de E.N.W.A. Ik neem tenminste aan dat alle lichtmasten en kabels gewoonlijk in de afdeling van de E. N. W.A. worden behandeld en dat is nu niet het geval geweest. Om die reden was ik van oordeel dat ik er hier wel over kon spreken. Ik weet ook wel dat de wethouder geen antwoord kon geven, maar misschien kan de wethouder wel zeggen wie deze werkzaamheden zal uitvoeren. Als de E.N.W.A. deze werkzaam heden gaat uitvoeren zou het leuk zijn geweest als dit onderwerp ook in de afdeling van de E. N. W.A. zou zijn behandeld. Dan waren deze vragen ook niet nodig geweest. Mevrouw JaGER-MIDDELBEEK: Heb ik goed begrepen dat iedere club die er behoefte aan heeft 's avonds te oefenen, gebruik kan maken van dit terrein, of heeft de wethouder bepaalde clubs op het oog? Als dat het geval is zou ik graag willen weten om welke clubs het gaat. Wethouder VAN BIJNEN: Mevrouw Jager vraagt nog eens nadruk kelijk welke verenigingen op dit terrein kunnen oefenen en ik heb hockey- verenigingen bedoeld omdat het hockeyvelden zijn. Ik heb de vereni gingen Zwart-Wit en Breda genoemd. Er heeft al een gesprek plaats gevonden en ik neem aan dat deze verenigingen wel een regeling zul len treffen. Ik bedoelde duidelijk hockey-verenigingen en geen voet balverenigingen. Mevrouw JaGER-MIDDELBEEK: Handbalverenigingen? Wethouder VAN BIJNEN: De vraag of ook handbalverenigingen van dit terrein gebruik kunnen maken zal afhangen van de vraag of het mo gelijk is, want wij moeten bezien of het praktisch mogelijk is, of er tijd voor is, om andere verenigingen te laten spelen. Datzelfde heb ik ook al aan de heer Woestenberg gezegd. Men kan wel stellen dat ie dereen er gebruik van moet kunnen maken, maar als de accommodatie iedere avond door de eigen vereniging bezet is, is het niet mogelijk. Er is echter overleg gaande om een zo goed mogelijk gebruik van deze accommodatie te gaan maken. Voorlopig zijn er echter alleen hockey- verenigingen bij betrokken. Wethouder VERMEULEN: Ik heb begrepen dat de meningen van de heer Van Werkhooven en van mij elkaar wel weer benaderen. Wij heb ben daarvan al eens eerder een voorbeeld gehad en er blijft nu nog een vraag waarop de heer Van Werkhooven van mij graag een antwoord zou willen hebben. De heer Van Werkhooven heeft namelijk gezegd dat de lichtinstallatie de grote post is en dat hij ervan uitgaat dat E. N.W.A. deze werkzaamheden zal uitvoeren. Ik durf dat antwoord niet beves tigend te beantwoorden, misschien doet E. N.W.A. het, maar misschien wordt het werk wel uitbesteed. Tegen de achtergrond van zijn verdere vraag zou ik het volgende willen opmerken. Wij spreken tegenwoordig nogal graag over meervoudige betrokkenheid en ik kan voorrekenen dat deze meervoudige betrokkenheid toch wel eens haken en ogen heeft. Wij hebben afgesproken dat zodra het een kwestie van bouwen wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 614