619 13 NOVEMBER 1969. eigen gemeentelijke vertegenwoordiging bij voorbaat toe dat het goed mag gaan. Dit wonder der natuur is het waard er meer dan normale aandacht aan te besteden. Mevrouw JaGER-MIDDELBEEK: Ook onze fractie stemt gaarne in met de deelname van de gemeente Breda aan het recreatieschap de Biesbosch. Wij hebben ons echter wel afgevraagd of Rotterdam niet in het overleg zou moeten worden betrokken. Ook zouden wij bijzon der graag zien - dat wil ik met nadruk stellen - dat gezorgd wordt voor een goede samenwerking met het recreatieschap Dordrecht, opdat men niet langs elkaar heen werkt. Men is in Nederland nogal sterk in het langs elkaar heen werken en dat kost meestal extra geld. De geraamde jaarlijkse exploitatiekosten van 162.000, -- lijken ons angstig aan de optimistische kant. Wij vermoeden dat dit bedrag wel hoger zal worden. Rest mij nog een vraag te stellen. Wij vinden het jammer dat Geertruidenberg met zijn jachthaven niet meedoet. Kan het college ons de reden hiervan meedelen? Bestaat wellicht de mogelijkheid Geertruidenberg alsnog bij het overleg te betrekken? Het komt mij voor dat wij hiervan zeker voordeel kunnen hebben. De heer SPANJER: Mijn fractie is bijzonder blij met dit voorstel. Het houdt een plan van allure in tot vergroting en verdieping van het recreatiegebied. Hoewel het initiatief van anderen dan Breda is uitge gaan, ben ik van mening dat Breda in het samenwerkingsverband moei lijk kan worden gemist. Deze opvatting betekent niet dat ik kritiek heb op het feit dat Breda niet mede het initiatief heeft genomen en ook niet dat de overige gemeenten de praktische uitwerking niet zou den aankunnen. Mijn motivering is een geheel andere. Wij zijn name lijk van mening dat de afsluiting van het Haringvliet en de overige Deltawerken van historische betekenis zullen blijken door de nu nog niet geheel te overziene gevolgen die dit alles wellicht zal hebben voor de Biesbosch. Terecht wordt in het voorstel gesproken van een nationaal park. Immers, als recreatiegebied zal de nieuwe Biesbosch betekenis krijgen voor een veel groter gebied dan West-Brabant. Voegt men daar boven dien aan toe dat ook voor de Zuidhollandse Biesbosch een dergelijke regeling in de maak is, dan ben ik van mening dat mijn reeds geuite conclusie dat Breda niet mag ontbreken volkomen juist is. Overigens mogen wij toch ook de zakelijke kant niet vergeten. Er zal een recreatieraad worden gevormd, waarin de gemeenteraad en het college elk een lid benoemen. Ook wij zijn van mening dat het aanbeveling verdient wanneer een van deze leden ook deel zal uitma ken van het dagelijks bestuur. De taak van het bestuur van het recre atieschap moeten wij beslist niet onderschatten. Wil het recreatiegebied in de toekomst een plaats worden waar men werkelijk kan recreëren, dan is er op bestuurlijk niveau nog heel wat te regelen. Er zullen ac commodaties van uiteenlopende aard moeten zijn, maar daarnaast moeten ook de nodige rust en privacy gewaarborgd zijn. Dit laatste niet alleen voor de mensen, maar ook voor de dieren in dit gebied.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 619