637
13 NOVEMBER 1969.
uit voor het initiatief dat het bestuur in deze heeft genomen. Onze
fractie gaat gaarne met het voorstel akkoord.
De heer SPANJER: Ik wil aan hetgeen de vorige sprekers gezegd
hebben toevoegen dat het Begijnhof niet alleen voor Breda uniek is, maar
voor heel Nederland. Moet men nu ten opzichte van dit project zeggen
dat een bedrag van 1,300. 000, -- voor de eerste fase wel erg veel is
en is het nu echt nodig dat men zich afvraagt wat het allemaal wel zal
gaan kosten? Het is Nederland op zijn smalst om deze zaak op die manier
te bekijken. Wij moeten niet vergeten dat een restauratie eigenlijk de
enige oplossing is. Zonder die restauratie zou men moeten overgaan tot
de sloop. Ik zou wel eens willen weten wat de reacties in Nederland
zouden zijn als wij zouden zeggen dat wij voor deze zaak geen geld
over hebben. Ik denk dat heel Nederland op de achterste benen zou
staan.
Wethouder GIELEN: Ik zou graag willen beginnen met mij aan
te sluiten bij de woorden die door enkele sprekers geuit zijn aan het
adres van het bestuur van het Begijnhof. Het college heeft met grote
belangstelling de activiteiten van dat bestuur gevolgd. Dit bestuur laat
niet af te proberen het Begijnhof weer in de oude glorie te herstellen.
Dit Begijnhof hoort in de historie van Breda. Het college wil ook zijn
hulde uitspreken voor het initiatief en het doorzettingsvermogen van
het bestuur van het Begijnhof. Het is namelijk niet eenvoudig 29 wo
ningen, die voor een belangrijk deel veel door de tijd geleden hebben,
weer in een zodanige toestand te brengen dat zij in deze tijd kunnen
voldoen aan de eisen die de moderne vrouw aan een woning stelt. Het
bestuur stelt zich voor deze woningen na restauratie op de allereerste
plaats ter beschikking te blijven stellen aan de acht begijnen die nog
op het Begijnhof wonen. Daarnaast worden die woningen ter beschikking
gesteld aan vrouwelijke personen van welke leeftijd ook. In het Begijn
hof zullen dus alleen vrouwelijke personen wonen. Men kan zich af
vragen of dat zal lukken. Ik geloof dat de raad zich daarover geen gro
te zorgen behoeft te maken omdat het bestuur in zijn wijsheid ook in
dit geval niet over een nacht ijs gegaan is en heus wel - om het maar
eens plat uit te drukken - de markt afgetast heeft bij het onderzoeken
van de mogelijkheid deze gerestaureerde woningen te laten bewonen
door vrouwelijke personen. Ik heb vandaag gehoord van de voorzitter
van dit bestuur, pastoor Ooms, dat er op het ogenblik een wachtlijst
is van vrouwen die erg graag in een gerestaureerd huisje in het Begijn
hof zouden willen wonen. Ik geloof dat ik op dit punt mevrouw De
Bonte, die daarover haar zorgen geuit heeft, gerust kan stellen.
De vier huisjes die gelegen zijn naast het kantoortje waar Con
cordia nu gevestigd is, vlak bij de woning van de pastoor, de nummers
49, 51, 47 en 53 zullen nu spoedig hersteld worden en in de staat ge
bracht worden die men voor ogen heeft. Daarna zal men met vier of
zes huisjes tegelijk verder gaan.
Ten aanzien van de financiering is het bestuur zeer diligent
geweest. Het heeft het klaargespeeld voor zelffinanciering te zorgen