13 NOVEMBER 1969.
638
voor de eerste vier huisjes, buiten de subsidies van monumentenzorg,
de provincie en de gemeente om. In het stuk staat vermeld dat voor
het andere gedeelte waarschijnlijk een beroep op de gemeente zal moe
ten worden gedaan voor een garantie op de door de stichting te sluiten
lening. De vraag wie er komen wonen meen ik duidelijk te hebben be
antwoord.
Ik wil nog zeggen dat het bedrag van 1.300.000, betrek
king heeft op de restauratie van alle 29 woningen. Het bestuur hoopt -
en met het bestuur het college - dat dit bedrag veilig aan de hoge kant
geraamd is en dat men met een lager bedrag zal kunnen uitkomen. Op
dit moment lijkt het erop dat dit het geval zal zijn. Het is niet de be
doeling deze gerestaureerde woningen te gaan verhuren als kantoorruim
te. Dit is het antwoord op de vraag die de heer Woestenberg gesteld
heeft.
De heer WOESTENBERG: De heer Quadekker meende zoeven een
politiek gehakketak te kunnen beginnen door een poging te doen de
indruk te vestigen dat ik tegen deze subsidie zou zijn. Die indruk wil
ik ongedaan maken. Wanneer het Begijnhof namelijk cs oorspronke
lijke bestemming - die wel in de statuten vastgelegd zal zijn - behoudt
heb ik geen enkel bezwaar tegen een solide restauratie, waarvoor bo
vendien de steun verkregen is van de provincie en het rijk. Ik zou er
bezwaar tegen hebben als er later kantoren gevestigd zouden worden.
De wethouder heeft echter toegezegd dat dit niet zal gebeuren, zodat
het Begijnhof dus een zuiver toeristische bezienswaardigheid zal blij
ven die uniek is in Nederland èn in Europa.
Ik zou nog eventjes willen ingaan op hetgeen mevrouw De Bon
te heeft gezegd. Als zij het Begijnhof zou willen laten bewonen door
bejaarden vind ik dat geweldig klinken. Ik vraag mij alleen af welke
bejaarden dat zouden moeten zijn. Er zijn zoveel bejaarden die daar
zouden willen wonen. Het is mij bekend dat daar ten minste één rijke
dame woont. Als kind heb ik echter altijd gedacht dat in het Begijnhof
arme vrouwtjes woonden. Ik ben een voorstander van een restauratie
en wat mij betreft hoeft geld daarbij geen rol te spelen, want er is geld
genoeg in Nederland, maar als men spreekt van bejaarden gaat men
naar mijn mening over tot stemming kweken, waar ik beslist tegen
ben. Het is niet haalbaar die huisjes te laten bewonen door bejaarden.
Als er 23 huisjes staan kan men geen 50 of 100 bejaarden huisvesten.
Men kan niet alle bejaarden een kans geven.
Als men zegt dat de begijntjes opraken heeft men gelijk, maar
ik wil de nadruk leggen op hetgeen in het stuk staat, namelijk dat die
huisvesting gebruikt zal worden door vrouwelijke personen in de ver
zorgende beroepen. Daar kan ik mee akkoord gaan, evenals met wer
kelijk hoogbejaarde mensen, die een zeer laag inkomen hebben en
extra gesteund worden.
Mevrouw VAN MIERLO-MUTSAERS: Ik wilde even opmerken
dat het mij bijzonder moeilijk lijkt op deze huisjes het stempel "voor
minder draagkrachtige bejaarden" te drukken.