647 13 NOVEMBER 1969. meen ik dat er weer een gezonde basis is voor een verdere studie. Laten wij de voorgaande wedstrijd ongeldig verklaren en met eerlijke en reële spelregels opnieuw beginnen. De informatie aan de raad en het betrekken van de raad in het overleg vind ik nog steeds urgent. Het komt mij voor dat u de passieve recreatie vanavond toch ook niet zomaar het bos wilt insturen. Met belangstelling wacht ik de mening van het college af. De heer BROOIMANS: Nadat het bestuur van N, A.C. zich reeds in 1966 tot het college had gewend om subsidie, welk verzoek later is ingetrokken, richtte het zich i maart 1967 wederom tot u met een verzoek om financiële bijst cd. Op 14 september 1967 werd een com missie in het leven geroepen die tot taak kreeg een onderzoek in te stellen naar de plaats die het betaald voetbal inneemt in de agglome ratie Breda en daarbuiten, naar dë financiële consequenties en naar de gewenste organisatievorm. Wij betreuren het dat het college ondanks de gedane toezeggingen, noch aan de raad, noch aan de raadsafdeling voor jeugd, sport en recreatiezaken tussentijdse informatie heeft ver strekt. Op 14 april 1969 legde de studiecommissie een aantal voorstel len aan het college voor, die voor het college niet aanvaardbaar waren. Daarop beëindigde de studiecommissie, die van mening was dat verde re voorstellen geen zin meer hadden, voorlopig haar taak. Als de wethouder van sportzaken daarna nog eens aan tafel gaat zitten met de besturen van N-A.C. en Baronie, bemerkt hij dat de aanvankelijke wil tot medewerken bij deze besturen niet meer aanwezig is. Dit houdt in dat wij na ongeveer drie jaar nog geen stap verder zijn met het betaalde voetbal in Breda. De K.V.P. -fractie betreurt deze gang van zaken, doch is het met het college eens dat hetgeen voorge steld wordt onder punt E. van het voorstel van de studiecommissie van 14 april 1969 als onaanvaardbaar moet worden afgewezen. Wij zijn voorts van mening dat een landelijke aanpak van de sanering van het betaalde voetbal noodzakelijk is. De huidige manier van subsidiëren leidt tot ongezonde situaties, Het initiatief van de wethouders van Eindhoven, Den Bosch, Tilburg en Breda achten wij derhalve prijzens waardig. Het is een initiatief waar ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten achter staat. Mijn fractie hoopt dat het overleg spoedig op gang wordt gebracht en ziet de resultaten daarvan met belangstel ling tegemoet. De heer SPANJER: Dit is een bijzonder subtiele zaak. Daarvan ben ik mij bewust geworden toen ik mij voorbereidde op deze vergadering. Ik zal niet ingaan op alle mogelijke factoren die in de voetbalwereld een rol spelen, daarvoor ben ik persoonlijk niet voldoende bij deze zaak betrokken. Dit is ook de reden dat ik het bijzonder betreur dat wij geen tussentijdse informatie hebben gekregen, bijvoorbeeld in een informele raadsvergadering, omdat de gehele raad zich dan veel beter zou hebben kunnen oriënteren. Er is een groot aantal opmerkingen gemaakt die ik wel kan on derschrijven. Ik ben allereerst van mening dat het probleem niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 647