657
13 NOVEMBER 1969,
de vergelijking tussen N. A.C. en De Baronie een beetje mank gaat.
Ik ben het met de heer Spanjer eens dat de K, N. V. B. tot
taak heeft te saneren. De gemeente wil echter niet saneren, zij stelt
voorwaarden bij de subsidiëring. Een van die voorwaarden houdt in
dat er naar onze mening in Breda eigenlijk maar één betaalde voet
balclub zou moeten zijn. Die club zou niet geleid moeten worden
door een verenigingsbestuur - met alle respect voor de besturen van
N.A.C. en De Baronie maar door een manager. In de toekomst
zal er een strakker beheer moeten worden gevoerd, ook in economisch
opzicht. Het is mogelijk dat het huidige economische beheer nog
voldoende is, maar in de toekomst zal dat bepaald niet meer het ge
val zijn. Ik wil met deze uitspraken niemand uit de besturen van
N. A.C. en De Baronie ook maar enig verwijt maken.
De heer Kramer heeft zich afgevraagd hoe het komt dat dit
zo misgelopen is. Ik dacht echter dat ik dat in mijn betoog al duide
lijk aangetoond had. Na de bespreking van 18 april kwam geen uit
sluitsel en na de bestudering van de stukken kwamen wij tot de ont
dekking dat dit een onmogelijke zaak is. Op zo'n moment lijken mij
dat redenen om te zeggen dat de zaak is misgelopen, al is er dan nog
hoop dat een benadering van de beide verenigingen nog succes heeft.
De besturen van N. A. C. en De Baronie zullen moeten toegeven dat
ik tijdens het overleg geen starre houding heb aangenomen. Ik heb op
vriendelijke wijze vragen gesteld en het gesprek is op een genoeglij
ke wijze verlopen. Na dat gesprek zijn de schriftelijke antwoorden
gekomen die de raad ter inzage heeft gekregen. Naar mijn mening
ligt de starheid bepaald niet bij het college. Dat blijkt ook uit het
einde van het stuk: "Aangezien ons college overtuigd blijft van het
belang van betaald voetbal voor de passieve recreatie zullen wij de
ontwikkeling nauwkeurig volgen. Zodra de verlangde sanering gere
aliseerd is of tot stand komt bestaat opnieuw de bereidheid om mede
werking te verlenen".
De heer Von Schmid en de heer Kramer vragen of het wel
juist is dat wij blijven vasthouden aan ons standpunt dat er eerst een
sanering of een fusie moet plaatsvinden. De fusie hebben wij reeds
lang losgelaten, omdat is gebleken dat dit een onmogelijkheid was.
Wij blijven hopen dat op een bepaald moment een bepaalde vorm
van de door ons bedoelde sanering tot stand zal worden gebracht. Tijd
en raad zullen het college misschien in het gelijk stellen. De afdeling
voor jeugd en sport was niet in het overleg betrokken om dezelfde re
denen als die waarom de raad niet in het overleg was betrokken. Ik
ben het niet met de heer Kramer eens als hij opmerkt dat de raad al
leen maar "ja" of "neen" kan zeggen. De heer Melzer bewijst dat dit
niet nodig is, want hij wil in de vorm van een motie een bepaald voor
stel doen. Die motie zal door de raad in behandeling moeten worden
genomen. Ik vind het eveneens jammer dat de heer Kramer vraagt
of deze wedstrijd niet als ongeldig kan worden verklaard, opdat de
wedstrijd met eerlijke spelregels kan worden overgespeeld. Ik meen
dat wij steeds - de gehele wedstrijd - de spelregels in acht genomen
hebben, niet oneerlijk zijn geweest en dientengevolge niet bereid