665 13 NOVEMBER 1969. aan de zuinige kant. Men gaat zuinig als Harpagon te werk. Als ik nu lees dat de wethouders van Den Bosch, Eindhoven, Tilburg en Breda, waarbij onze wethouder de initiatiefnemer is, samen hebben gespro ken, zal het de wethouder wel bekend zijn dat er in die andere grote steden meer subsidie wordt gegeven dan in Breda. Ik kom dan weer terug op de zuinige 25. 000, -- en de 5. 000, -- voor Baronie. Wat men in zo'n club steekt kan zo hier en daar toch nog wel eens terug komen. Het is ook mogelijk dat er te zijner tijd toch wel een grote combinatie uit deze beide clubs voortkomt, al is het gesprek nu vast gelopen. Ook daar kan men van starheid spreken, zo goed als bij het college. Ik zou willen aandringen op het behoud van de subsidies voor N. A.C. en Baronie, want één vogel in de hand is beter dan tien in de lucht, en een verhoging van deze subsidies naar gelang de stijgende kosten in deze tijd. Als het college de subsidies wil afschaffen, zal het in mij een absolute tegenstander vinden en dan zal ik meegaan met de betogen van vorige sprekers. De heer VAN CAULIL: Ik heb er toch wel behoefte aan iets te zeggen na alles wat ik heb beluisterd. Ik wil proberen het heel kort en heel zakelijk te doen. Voor mijzelf kom ik dan tot de conclusie dat er een raadsbesluit was, dat inhield de vorm van subsidiëring, de be dragen van het subsidie, de tijdsduur en voorts was alles er in geregeld. Ik ben ervan overtuigd dat het college volgens ons eigen raadsbesluit heeft gehandeld. Wij zijn nu bezig, met al onze goede bedoelingen ten aanzien van de verenigingen, deze clubs geen dienst te bewijzen. Wij zijn bezig de vuile was buiten te hangen, wij zijn aan het critise- ren. Wij noemen mensen star en ik vind dat zo jammer. Naar mijn oordeel kon het college niet anders en ik vraag mij af of wij met recht kunnen spreken van een starre houding van besturen, die ook van hun vereniging een mandaat meekrijgen en die ook een onderhandelings positie hebben. Misschien moeten wij met alle respect over hun handel wijze spreken, omdat zij hun taak ook juist hebben uitgevoerd. Wij moeten toch ook heel degelijk overwegen, - wij spreken allemaal over geld, wij spreken allemaal in bedragen en misschien is de club- liefde wat aan het aftakelen - dat voor deze mensen de namen N. A.C. en Baronie iets zeggen. Deze mensen zijn ongeveer een leven lang met deze verenigingen opgetrokken en laten wij respect hebben voor alles wat zij in Breda voor de sport hebben gedaan en voor de recreatie in onze omgeving. Op dit moment kunnen wij alleen maar constateren dat wij met dit mandaat en deze voorwaarden niet verder kunnen. Wij moeten een andere manier zoeken om onze gevoelens tot uitdrukking te brengen en datgene te doen wat wij allemaal graag willen, helpen waar geholpen kan worden. De VOORZITTER: Ik wil u graag meedelen dat ik voornemens ben na de behandeling van dit punt deze vergadering te beëindigen. Het zou onverantwoordelijk zijn om verder door te gaan en de agenda was deze keer bovendien tot mijn spijt wat overladen. Na dit punt, waarvan ik u zou willen vragen het in ieder geval nog te behandelen, zou ik een nieuwe datum willen voorstellen en ik zal u daar straks

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 665