667
13 NOVEMBER 1969.
"in Breda,
"Gehoord de discussies in de raad,
"Verzoekt het college van burgemeester en wethouders zo
"spoedig mogelijk doch uiterlijk 1 maart 1970 bij de raad een
"voorstel in te dienen waarbij aan de Bredase voetbal- en at
letiekvereniging N. A. C.
"a. over het tijdvak 1 juli 1969 tot en met 30 juni 1970 een
"tegemoetkoming wordt verleend in de onderhoudskosten van
"haar speelvelden, voor zover deze werkzaamheden worden
"verricht door de gemeentelijke dienst van beplantingen,
"b. aan genoemde vereniging te restitueren het verschil tussen
"het aan de gemeente Breda afgedragen en nog verschuldigde
"vermakelijkheidsbelasting over het tijdvak 1 juli 1969 tot en
"met 30 juni 1970 en over het hieraan voorafgaande jaar vol-
"dane vermakelijkheidsbelasting,
"en gaat over tot de orde van de dag".
Het voorstel is ondertekend door vijf raadsleden, is daarmee
voldoende ondersteund en maakt derhalve onderwerp van beraadsla
ging uit.
De heer KROON: Ik wil allereerst nog even de nadruk leggen
op hetgeen mijn fractiegenoot heeft gezegd ten aanzien van de voor
behandeling en de informatie aan de raad. In dat opzicht onderschrijf
ik volkomen wat hij heeft gezegd en de verdediging van de wethou
der heeft mij alleen maar gestaafd in mijn overtuiging. Op een ge
geven moment - ik heb de data genoteerd - met name na de bespreking
van 18 april is de zaak eigenlijk al in een impasse geraakt. Bij die
bespreking bleek duidelijk dat punt e voor het gemeentebestuur on
aanvaardbaar was. Op het ogenblik is het voor iedereen, die kennis
heeft genomen van het volledige dossier en ook van de stukken en
brieven van Baronie en N.A.C. die ter inzage hebben gelegen, dui
delijk geworden dat de standpunten zover uit elkaar liggen dat het niet
mogelijk is op dit moment tot een overeenkomst te komen. Ik moet
dan ook zeggen dat ik het voorstel van het college volledig onder
schrijf. Ik zeg dat op dit moment omdat er een motie is ingediend
door de V. V. D. -fractie die gesteund is door de heer Von Schmid,
zodat u weet hoe ik over deze zaken denk. Ik ben namelijk de me
ning toegedaan - dit is meteen een stemverklaring tegen de motie
zoals zij straks in behandeling wordt genomen -, dat het gevaar van
subsidie aan betaald voetbal zo groot is - dat is zojuist door de wet
houder duidelijk gezegd - dat daardoor de transferprijzen kunnen wor
den opgedreven. Daarom acht ik het niet verantwoord mijn stem aan
de motie te geven.
Wethouder VAN BIJNEN: Ik heb begrepen dat de opmerkingen
van de heer Melzer over de periode mei/juni 1968 door een fractie
genoot zijn bestreden. Deze fractiegenoot heeft gezegd dat het col
lege dit niet had kunnen voorkomen. Wij hebben daar inderdaad wei
nig of niets mee te maken en bovendien wordt het allemaal veel later