20 NOVEMBER 1969. Mevrouw VAN MIERLO-MUTSAERS: U hebt gelijk! Het is da minder, maar ik wil toch graag weten of het inderdaad de normale Al zandprijs is of dat wij misschien daarmee nog veel meer prijs geven, ge want dan heeft men hei: volste recht als men nog een miljoen m3 rei wil hebben. ge De heer WOESTENBERG: In het algemeen vind ik dit voorstel sl£ wel aardig, maar ik ben bang dat hiermee een grote concurrentie ve wordt geschapen voor de particuliere campingexploitanten. Ik heb da zoeven nog gehoord dat het particuliere initiatief wordt toegejuicht, ni maar als de gemeente dergelijke dingen gaat exploiteren worden het w; grote superbedrijven, terwijl daardoor ook de mogelijkheid bestaat ui dat aan anderen vergunningen worden onthouden. ee He Wethouder VERMEULEN: Ik meen er voor de duidelijkheid g£ van het denken over en weer goed aan te doen te stellen dat wij geen zandhandelaar zijn, zoals de neer Melzer veronderstelt. Dit impli- da ceert mijns inziens ook dat wij hiermee niet komen op het terrein van het particulier initiatief, waarover de heer Van Caulil heeft ge- da sproken. Wij sluiten nl. een overeenkomst die niet betrekking heeft ge op de levering van zand, maar op het recht tot zandwinning en dat de is natuurlijk iets heel anders. li. Wij zouden dit gebied bij wijze van spreken ook planologisch kunnen to beschermen, mits de tijd ons dit toeliet. Daarna zouden wij natuur- vi lijk wel de grond moeten verwerven om daar een recreatieschap op te zetten. Ik zie echter niet in dat wij door deze overeenkomst meer le doen dat in redelijkheid van een overheid mag worden verlangd en m aan een overheid mag worden toegestaan. zt De heer Van Loon heeft gezegd dat in het stuk meer de nadruk is ge- w legd op de Galderse Meren dan op de zandverkoop waarom het in b; feite gaat. Ik meen dat deze twee dingen niet helemaal te scheiden la zijn. De oorzaak daarvan is dat men tot dusverre op het gebied van de planologie met betrekking tot de zandwinning een opvatting heeft m gehuldigd die geleidelijk aan op provinciaal niveau en zelfs op lan- ge delijk niveau als achterhaald en verkeerd wordt beschouwd. Het kwam re erop neer dat men, wanneer er ergens een weg moest worden aange- D legd, in het landschap zand ging kopen waar een particulier bereid tr was te leveren. De put die zo ontstond liet men achter zonder dat rr daar verder enig nuttig gebruik van kon worden gemaakt dan het stor ten van vuil. Zo zijn wij ertoe gekomen zelf het zand te verkopen ei en het punt aan te wijzen waar dit zand kan worden gewonnen. Daar- ni na blijft er een recreatiegebied over en kunnen wij in alle vrijheid fe praten over de inrichting en de exploitatie daarvan. Ik zie nog niet li gebeuren dat wij als overheid, hetzij als gemeente dan wel als re- d, creatieschap, zelf de gehele exploitatie in handen nemen, zoals de gi heer Woestenberg vreest. Ik kan mij voorstellen dat wij het verpach- re ten en ook en vooral particulieren toelaten om iets te verdienen, gi mits het past in het geheel. Hiermee loop ik echter vooruit op iets rr waarover wij naderhand moeten praten. Het gaat er nu slechts om n te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 677