20 NOVEMBER 1969. dat wij gebonden zijn aan een fatale termijn, nl. juli volgend jaar. Als wij niet in staat zijn in juli 1970 een miljoen m3 zand uit dit gebied ter beschikking te stellen, betekent dit in feite dat het gehele recreatieschap op losse schroeven komt te staan. Een der sprekers, ik meen dat het de heer Melzer was, heeft gevraagd of het recreatieplaiigtoch doorgaat, wanneer wij er niet in slagen bijtijds een miljoen m zand te leveren of liever: te doen le veren, want wij doen het niet zelf. Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar een zwaar hoofd in heb, hoewel ik niet wil zeggen dat het dan niet meer kan, maar wij missen dan natuurlijk wel de inkomsten, waarmee wij een deel van de kosten zouden kunnen betalen van de uit te voeren werken. Het zal namelijk in de verdere ontwikkeling een object worden met financiële gevolgen om "u" tegen te zeggen. Het zal er dan van afhangen of het nog belangrijk genoeg is dat net gerechtvaardigd is een bedrag "x" op de begroting te zetten om het eventueel verder te ontwikkelen. Dan wordt het heel wat moeilijker dan wanneer het op deze manier gebeurt. De heer Van Loon heeft inderdaad gelijk wanneer hij stelt dat wij nog geen eigenaar zijn en dat wij dus in feite een recht weg geven op iets dat wij nog niet bezitten. Wij hopen echter dat ook degenen die nu nog eigenaar zijn de belangen inzien van een derge lijke vestiging in hun gebied, omdat dit een economische injectie tot gevolg kan hebben die in allerlei vormen juist voor deze omge ving een winst kan betekenen. Het aankopen van de grond is een zaak van onderling over leg tussen de nog niet in een gemeenschappelijke regeling opgeno men gemeenten enerzijds en Rijkswaterstaat anderzijds. Op deze wij ze omzeilen wij dat wij volgens een moeilijke procedure van Rijks waterstaat moeten aankopen, wat in verband met de tijd niet haal baar zou zijn. De procedure met Rijkswaterstaat is namelijk nogal langdurig. Wij hopen dat dit contract met Rijkswaterstaat zal wor den gesloten, juist ook omdat Rijkswaterstaat en het departement van mening zijn dat die zandwinning iets mag bijdragen aan het achter gebleven gebied. Waarschijnlijk zal dan voor de gemeenschappelijke regeling de Grontmij worden ingeschakeld als verwerver van de grond. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat er tussen de Grontmij en de be trokken gemeenten geen overleg zal worden gepleegd, maar de Gront mij zal zeker met een taxatierapport komen. Ik heb reeds geantwoord op de vraag van de heer Melzer wat er gebeurt wanneer het niet tijdig wordt uitgevoerd. Ik kan er alleen nog aan toevoegen dat het risico dat wij lopen, afgezien van het feit dat dan misschien het recreatieschap niet tot stand komt, eigen lijk te verwaarlozen is, in die zin dat het bedrag van 500. 000, -- dat door Rijkswaterstaat zal worden gestort zodra de overeenkomst is gesloten door ons zal moeten worden terugbetaald, met een bepaalde rente waartegen men tegenwoordig ook "u mag zeggen. Ik heb be grepen dat de financiële experts van de gemeente daar helemaal geen moeite mee hebben. Die staan op het standpunt dat wij die vijf ton maar moeten laten komen en dat dit bedrag altijd beschikbaar is om terug te betalen als het niet mocht lukken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 678