691 20 NOVEMBER 1969. effectueren -- dat is nog wel zo belangrijk als de inspraak op zich zelf behoefte hebben aan versterking van onze eigen capaciteit, juist om al hetgeen uit de burgerij naar voren komt niet op de lange duur, maar op zo kort mogelijke termijn op zijn merites te beoorde len en op basis daarvan een zinvolle discussie op gang te brengen. Wat heeft het nl. voor zin als, zoals in het verleden is gebeurd, men sen plannen indienen, niet als architecten die werk zoeken maar ge woon als goede burgers van de stad, en het heel lang duurt voordat er uiteindelijk over die plannen kan worden gediscussieerd? Dat is een onbevredigende toestand. Ik wil niet zeggen dat er over alles wat wordt ingediend niet kan worden gediscussieerd, er zijn ook din gen bij waarbij dat heel wat gemakkelijker ligt. Bovendien waren de lannen die door de architecten waren ingediend -- dat moet de raad ekend zijn, want zij hebben het zelf gezegd -- niet zozeer plannen als wel ideeënschetsen, die niet waren gebaseerd op een voorafgaand noodzakelijk onderzoek. Zij hebben geprobeerd als goede burgers van Breda de stad in grote lijnen op papier te zetten, waarbij zij zich heb ben gedistantieerd van alle ontwikkelingen die inmiddels hebben plaatsgevonden. Ik geloof dan ook dat wij, als wij een uitbreiding krijgen van onze stedebouwkundige capaciteit, juist daardoor in staat zullen zijn sneller en misschien ook effectiever te reageren op de ideeën die door de burgers worden aangedragen. Overigens wil ik nogmaals verklaren dat wij op allerlei terreinen, niet alleen op het terrein van de stadsuitleg, frequent aan tafel zitten met de burgers van Breda die op dit punt iets betekenen of hebben in te brengen. Wat de binnenstad betreft hebben wij over de ontwikkeling daarvan altijd nauw contact gehad met de nering doenden in de binnenstad, hoewel die ontwikkelingen tot nu toe vrij gering van omvang zijn geweest. In overleg met deze mensen zijn in de binnenstad dan ook voorzieningen getroffen. Ik meen dat wij met betrekking tot de binnenstad van Breda ook niet voorbij kunnen gaan aan het feit dat de problemen hier van een andere orde zijn als in Tilburg of Eindhoven. Breda heeft een oude stadskern, die Tilburg niet heeft, evenmin als Eindhoven. Wij hebben hier te maken met een beschermd stadsgezicht en monumenten, dus met betrekking tot de reconstructie van de binnenstad in engere zin is er eigenlijk niets aan de hand, want het stratenverloop moet blij ven zoals het is en aan de schaal mag niets worden veranderd. Het enige wat er in de binnenstad moet gebeuren is dat er een branche patroon moet komen dat uitgaat boven de functie van een gewoon winkelcentrum. Dat kan worden bevorderd door te zorgen voor een goede infrastructuur en door een sfeervolle aankleding van de binnen stad voor zover dit een taak is van de overheid en verder door te zor- en voor parkeergelegenheid, enz. Daarbij is noodzakelijkerwijze be- oefte aan het particulier initiatief, omdat de gemeente dat zelf nu eenmaal niet doet. Misschien zou je als gemeente graag zien dat er op dit punt sprake was van wat meer particulier initiatief. Ik maak niemand een verwijt, want aan de andere kant loopt dat particulier initiatief risico's en als men vindt dat men die risico's niet mag ne men heeft men het volste recht niets te doen. Men kan het dan wel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 691