693 20 NOVEMBER 1969. echter niet te zeggen wanneer het stedebouwkundig plan zelf klaar zal zijn om te worden vastgesteld, met alle inspraak die daarbij ongetwijfeld zal moeten plaatsvinden. Ik geloof ook niet dat ik er verstandig aan doe daar iets over te zeggen, want dan word ik er la ter toch weer aan "geprikt". Ik kan alleen zeggen dat wij zullen pro beren het zo snel mogelijk te doen en uit het feit dat wij dit bureau sneciaal aan de raad voordragen kan men afleiden dat het ook onze bedoeling is zo snel mogelijk met definitieve gegevens te komen. In het kader van de gedachten over inspraak is het wellicht van belang te weten dat het tegenwoordig gewoonte is bij de ontwik keling van plannen niet alleen aan tafel te gaan zitten met stede bouwkundigen, maar daarbij ook beleggers, architecten, bouwers enz. te betrekken. Ook op dit gebied is er in Breda sprake van een parti culier initiatief. Een groot aantal te goeder naam en faam bekend staande bouwers in onze gemeente heeft nl. zijn diensten aangeboden voor de renovatie van de binnenstad. Ik kan mij voorstellen dat er een structuur komt waarbij zowel de gemeente als deze betrokkenen -- waarbij de belegger natuurlijk een niet te onderschatten functio neel betrokkene is -- zeer zinvol en met veel inspraak over deze kwestie kunnen praten. Het eindrapport zal ongetwijfeld de raad bereiken, want het is de raad die uiteindelijk het hieruit voortkomende bestemmings plan moet vaststellen, waarbij natuurlijk ook de overwegingen van het bureau die tot dit bestemmingsplan hebben geleid zullen worden betrokken. De heer Spanjer heeft er zijn waardering voor uitgesproken dat het college eigener beweging met een voorstel is gekomen. Ik neem aan dat hij dat heeft bedoeld als een compliment, maar er is natuurlijk ook een tegenovergestelde uitleg mogelijk, nl. dat wij tot dusver altijd hebben gewacht met voorstellen tot erom werd gevraagd. Het is mijns inziens de normale gang van zaken dat het college eige ner beweging met voorstellen komt, die dan door de raad op hun me rites kunnen worden beoordeeld. Ik ben het met de heer Spanjer eens dat dit een complexe zaak is, het is allemaal veel minder eenvoudig dan men wel denkt. Hij vraagt daarbij hoe het nu zit met de bestaande Elannen voor het civic centre. Ik weet niet wat hij daarmee precies edoelt, maar het civic centre-plan bestaat nog altijd; daarin is tot dusver niets gewijzigd. De raad heeft onlangs een mededeling gekre gen over het onderdeel bij de V. V. V. Ik kan dan ook slechts zeggen dat dit plan nog recht overeind staat. Om het ondersteboven te krij gen zal de raad erop moeten schietenl De heer VAN DER WERFF: Sinds vannacht raakt de schie- terij wel wat in diskrediet! De heer VERMEULEN: U bedoelt als je teveel voor de boeg schiet! De heer Quadekker heeft een heel ander aspect van deze zaak aan de orde gesteld dat, hoewel het aan dit voorstel gerelateerd is, daarmee toch niet rechtstreeks verband houdt en eigenlijk, niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 693