20 NOVEMBER 1969.
696
een zodanig afgeronde fase betreft dat daarover ook inderdaad kan
worden gesproken. Men moet niet permanent met elkaar aan tafel
gaan zitten. Wij krijgen natuurlijk eerst een schetsplan en ik kan mij
voorstellen dat men over dat schetsplan eens van gedachten wil wis
selen.
De vraag is gesteld of de plannen van de Bredase architecten
mede in de beschouwing zullen worden betrokken. Ik heb al gezegd
dat dit ideeënschetsen zijn. Voor zover deze ideeën van betekenis
zijn -- dat moet worden beoordeeld en mede daarom is dit bureau
aangetrokken en de capaciteit van de dienst uitgebreid -- zou het
natuurlijk van een slecht beleid getuigen wanneer men daarmee geen
rekening hield.
Ik meen dat ik hiermee wel "im grossen Ganze" de vragen
heb beantwoorden wil nogmaals met nadruk stellen dat wij altijd ten
volle openstaan voor ideeën uit de burgerij.
De heer QUADEKKER: Allereerst wil ik proberen de wethou
der via u enig begrip bij te brengen. Dat het verhaal dat ik heb ge
houden niet bij het stuk hoort is mijns inziens niet helemaal juist. Ik
heb nl. gezegd dat ik eerst iets wilde zeggen naar aanleiding van het
stuk en daarna over het stuk zelf. Waarom naar aanleiding van het
stuk? Daarin staat de zin: "De capaciteit van de afdeling stadsontwik
keling van de dienst van openbare werken is echter van dien aard,
dat deze afdeling, mede gezien haar andere taken, niet in staat is
binnen afzienbare tijd met een dergelijk plan te komen." Ik geloof
dat dit de basis is waarop dit voorstel berust. Wanneer ik daar --
misschien wat uitgebreid -- op inga, ben ik van mening dat dit ze
ker bij het stuk hoort.
De wethouder heeft medegedeeld dat er maar zo weinig af
gestudeerden zijn, in een bepaald jaar zelfs maar twee, en dat wij
ze misschien wel kunnen krijgen wanneer wij maar veel betalen, het
geen echter in een gemeentelijk ambtelijk apparaat niet eenvoudig
is. Ik heb al gesteld dat als men 94.000, -- per jaar beschikbaar
heeft, zoals wij nu jaarlijks beschikbaar gaan stellen, voor dit bedrag
wel iemand is te krijgen, zelfs wel enige "iemanden". Daarbij komt
om de hoek kijken, dat als deze "iemand" in de schaal kan worden
ingepast op de plaats die ik bedoel, de salariëring op een niveau
komt dat die wel aantrekkelijk is. De wethouder zegt bovendien dat
niet bewezen is dat het dan beter zal werken dan nu het geval„is. Dat
kan ook niet bewezen worden, ook als wij dit bureau aantrekken is
daarmee niet bewezen dat het beter zal gaan dan thans. Natuurlijk
niet!
De wethouder klaagt over gebrek aan "manpower" en om
daarin te voorzien wordt dit bureau aangetrokken. Mijn verhaal van
zojuist kwam erop neer die manpower te versterken en of men nu men
sen aantrekt of men trekt een bureau aan waar mensen werken komt
uiteindelijk op hetzelfde neer: er zijn meer mannen aan het werk om
sneller tot een goed plan voor de binnenstad te komen. Tenslotte wil
ik stellen dat ik geloof dat het punt dat ik heb aangeraakt op een an
der moment en op een andere plaats aanleiding voor een verdere