715 25 NOVEMBER 1969 Die dienen zich dan weliswaar wel aan, doch ook deze nieuwe finan ciële lasten zullen uiteindelijk door de burgers van onze stad gedragen dienen te worden. In de schriftelijke behandeling is reeds gesteld dat de op te leggen heffingen en belastingen tot het maximale zijn opgevoerd; slechts op deze wijze en voor een belangrijke verhoging van de winst uitkering van het Enwa-bedrijf was het mogelijk de begroting 1970 sluitend op te stellen. Een juiste beoordeling van een begroting is mijns inziens slechts mogelijk indien de begrote bedragen kunnen worden vergeleken met de uiteindelijke resultaten. Bij de steeds moei lijker wordende budgettaire positie van Breda, lag het voor de hand dat dit vergelijkingsmateriaal zou worden gevraagd, omdat het slechts met deze vergelijkingscijfers mogelijk is tot een juiste analyse van werkelijke inkomsten en uitgaven te komen. Ik moet het daarom be treuren dat de onder volgnummer 4 gestelde vraag met betrekking tot deze analyse door het college maar heel gedeeltelijk wordt beantwoord; in ieder geval zodanig onvolledig, dat het antwoord op geen enkele wijze bijdraagt tot de beoordeling van de werkelijke positie van de gemeenterekening. Het enige dat uit uw antwoord valt te lezen is dat in de loop van de jaren 1963 t/m 1970 de respectievelijke begrotingen voor een totaal bedrag van 7. 876. 373, -- zijn aangepast en dat die aanpassingen vooral de laatste twee jaar enorm zijn gestegen. Telkenjare gebeurt dit onder het motief dat het dringend noodzakelijk is - - en dat zal dan ook wel zo zijn --, doch even onmiskenbaar vertoont telkenjare de gemeenterekening bij afsluiting een batig saldo, welk batig saldo, ingebracht als saldireserve van 232.458,63 per 1 januari 1962 is opgelopen tot 7.474.521,06 per het einde van het boekjaar, waarbij dan waarschijnlijk nog het batig saldo van de gemeenterekening 1968 ten bedrage van 396.797,91 moet worden geteld. Enige reservevorming ter opvanging van eventuele nadelige saldi acht ik noodzakelijk. De aanwezigheid van deze saldireserve is een bewijs van een goed financieel beheer, al laat zich wel de vraag stellen of die reserve steeds verder moet worden opgevoerd. De laatste jaren is echter wel tevens de vraag aan de orde of het gezien de financiële positie waarin Breda verkeert en rekening houdend met de financiële offers welke van de burgers voor het sluitend maken van de begroting telkenmale weer worden gevraagd, wel gewenst en noodzakelijk is dat de rente van vele reserves niet ten bate van de algemene dienst, doch steeds aan het saldo van die reserves wordt toegevoegd. Ik ben bereid met uw college mee te gaan waar u stelt dat zeker niet alle renten voor overboeking naar de rekening van de algemene dienst in aanmerking komen. Daar gaat het ook niet om. Het gaat er slechts om of - zoals nu gebeurt - de rente van alle reserves, uitgezonderd die van het eigen kapitaal, de saldireserve en de door kleuter- en lagere scholen gestorte waarborgsommen, integraal aan de reserves moet worden toegevoegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 715