717 25 NOVEMBER 1969 DE ONTWIKKELING VAN STAD EN GEWEST. Met de aanwijzing in het streekstructuurplan West-Brabant van Breda als centrum van West-Brabant zijn wij uiteraard erg gelukkig, al kan niet worden verheeld dat voor de realisering van de daarin vervatte plannen nog ontzaglijk veel daad- en bestuurskracht nodig zal zijn. Wij zijn daarom zo gelukkig met dit streekstructuurplan en de daarin aan Breda gegeven plaats, omdat dit de weg opent voor het opstellen en gereedmaken van een structuurplan voor onze eigen stad. In het verleden heb ik meermalen gezegd dat opstelling van een structuurplan voor de stad Breda welhaast niet mogelijk was zonder dat dit was geënt op en samengesteld was in nauwe relatie tot dit streekstructuurplan. Heb ik het goed gelezen, dan zou de raad het structuurplan van Breda reeds dit voorjaar kunnen worden aangeboden. Ik zie het graag met belangstelling tegemoet. Ik mag uw college wel vragen het vroegtijdig te publiceren, daaraan de nodige bekendheid te geven, voldoende exem plaren te laten maken en verspreiden opdat ieder in de gelegenheid is zijn mening en zijn visie op dit plan te geven en ook de raad tenslotte enige tijd te geven dit plan aandachtig te bestuderen vooraleer het in behandeling te nemen. Goede hoop mag er ook bestaan met betrekking tot bebouwing van de Haagse Beemden, nu het bilateraal overleg met Prinsenbeek hopelijk in de decembervergaderingen door het accepteren van de conceptovereenkomsten, in eerste fase kan worden afgesloten. Het zal zaak zijn daarna zo spoedig mogelijk en met grote voortvarend heid aan de verdere uitwerking van de plannen te beginnen, in ieder geval op zodanige tijdstippen en wijze dat verder oponthoud in ieder geval wordt voorkomen. De beschikbare bouwgrond in Breda is vrijwel geheel uitgeput, zodat alleen directe realisering van de plannen in de Haagse Beemden, tenminste over enkele jaren, weer perspektief biedt. Voor de verdere ontwikkeling van stad en gewest zijn nog drie zaken erg belangrijk; zaken welke de laatste tijd telkenmale en terecht zoveel aandacht hebben gekregen dat het eentonig zou worden wanneer ik hieraan vandaag wederom uitvoerig aandacht zou besteden, temeer omdat de standpunten met betrekking tot die zaken voldoende bekend zijn. Ik doel hierbij in de eerste plaats op de ontwikkeling in het Moerdijkgebied. Bij deze ontwikkeling is Breda ten nauwste betrokken. Ik wil in dit verband slechts wijzen op de belangrijke woonfunctie die Breda te vervullen zal krijgen en de directe verbinding tussen het industriegebied en Breda in het kader van de centrumfunctie. Vervolgens is mede essentieel voor de ontwikkeling van Breda en het gewest de spoedige effectuering van de voorgenomen gemeentegrenscorrekties, omdat een ontwikkeling van Breda in het kader van het streekstructuurplan eerst goed mogelijk is n3 gebieds uitbreiding. Breda dreigt uit zijn pak te groeien, terwijl de groei krachtig dient door te gaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 717