25 NOVEMBER 1969 718 Al deze plannen en alles wat daarmee samenhangt zal Breda niet alleen kunnen verwezenlijken. Het zou ook niet goed zijn, omdat het niet alleen plaatselijke belangen zijn die ermee gemoeid zijn. De welvaart en vooral het welzijn van de gehele streek en de be woners van het gewest zijn voor een belangrijk gedeelte afhankelijk van de wijze waarop wij met elkaar in groter verband de ontwikkelings mogelijkheden zullen aangrijpen en de daarmede verband houdende problemen zullen oplossen. Samen praten en samen werken is daarom meer dan eens dringend geboden. Al te lang is die samenwerking in dit gewest achterwege gebleven. Laat de kansen die voor het grijpen liggen door onderling gekrakeel toch niet zo lang liggen dat anderen daarvan, alleen door ruzie in eigen huis, profiteren. College, de raad heeft achter u gestaan toen u de bespreking met drie randgemeenten opschortte. Hij verwacht wel van uw college dat het terzake de verdere ontwikkeling voortdurend diligent is en blijft en geen kans -- hoe klein dan ook -- zult laten glippen als de kans op een hernieuwde mogelijkheid van samenwerking zich voordoet. In dit verband kan ik uw uitnodiging om over een aantal belangrijke gemeenschappelijke vraagstukken met een aantal gemeentebesturen in de regio te gaan praten, alleen maar toejuichen. Dat uw college die samenwerking vooreerst zoekt in het gebied dat in het streekplan voor West-Brabant als een ontwikkelingszone is aangegeven waar men op elkaar is aangewezen, past geheel in het door uw college en de raad steeds ingenomen standpunt dat samenwerking op brede of bredere basis noodzakelijk is, wil die samenwerking voor de welvaart en het welzijn van de streek het grootst mogelijke effect sorteren. Enkele jaren geleden reeds heb ik gewezen op de as Rotterdam - Antwerpen en de grote betekenis die een ontwikkeling van het tussenliggende gebied zou kunnen hebben, vooral voor de inwoners van dit gebied, en de centrale plaats die Breda daarbij zou kunnen innemen. Nu deze gedachte steeds meer werkelijkheid blijkt te worden, blijkt ook onze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid met betrekking tot -- vooral -- het welzijnsniveau van de bewoners steeds groter. Met uw voorstel te komen tot een vrijwillig, niet-geïnstitutionaliseerd informeel overleg ben ik dan ook gelukkig. Ik hoop dat een overleg op deze basis voor niemand een beletsel zal zijn aan de besprekingen deel te nemen en ik verlang oprecht dat deze besprekingen zullen uitmonden in een goed overleg en een goede samenwerking in het belang van streek en gewest. SPORT EN RECREATIE Het is bepaald niet mijn bedoeling terug te komen op de behande ling van uw voorstel over het betaalde voetbal in Breda in de raads vergadering van 13 november j. 1. Ik heb slechts met uw college moeten constateren dat een sanering van het betaalde voetbal, vooral in het belang van de passieve recreatie, op dit ogenblik niet mogelijk moet worden geacht. Of door alle partijen en be trokkenen alle mogelijkheden volledig zijn afgetast meen ik te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 718