727 25 NOVEMBER 1969 De bestrijdingskosten zijn slechts 15. - per persoon per jaar, dat is dus bijna 1/4. Voorkomen is ook hier beter dan genezen. Het vervelende met de bestrijdingskosten is dat deze duidelijk zichtbaar worden, het geen niet altijd het geval is met de schade die het ongerief veroorzaakt. Het gemeentebestuur heeft een aantal jaren geleden het besluit genomen de leiding naar Moerdijk aan te leggen. Dit is een juist be sluit geweest. De verwachting was op dat moment gewettigd dat deze leiding na gereedkomen zou kunnen worden overgedragen aan een waterschap of een zuiveringsschap. Een dergelijk schap is selfsupporting en dient dus via heffingen inkomsten te krijgen. De inwoners van Breda zouden ongetwijfeld tot de contribuanten van dit schap hebben behoord. Thans staat niet eens vast of de leiding naar Moerdijk door het nieuwe waterschap "West-Brabant" wordt overgenomen. Gedeputeerde Staten hebben niet de bevoegdheid dat aan het waterschap op te leggen en wij hopen nu maar dat het op te richten waterschap de leiding zal willen overnemen. Volgens uw college kan dit misschien nog jaren duren, hetgeen bij voortzetting van de huidige beleidslijn betekent dat wij nog meerdere miljoenen guldens aan rente zullen gaan bijschrijven, gezien het feit dat binnen afzienbare tijd ook de zuiveringswerken gereed zullen komen Deze situatie is absoluut onbevredigend. Na een uitvoerige discussie heeft de raad op 18 januari 1968 met geringe meerderheid een voorstel van uw college om een heffing in te voeren, afgewezen. Waren alle raadsleden bij de stemming aanwezig geweest, dan was de beslissing wellicht anders uitgevallen. Uw college acht het blijkbaar niet opportuun op deze kwestie terug te komen. Ik wil er hierbij slechts op wijzen dat niet. alleen de raad, doch ook het college in deze nog steeds zijn verantwoordelijkheden heeft. Als de raad een voorstel verwerpt heeft het college het recht daarop later terug te komen. Bij het opleggen van lasten aan de burgerij wordt nu geen rekening gehouden met de kapitaalslasten van de afvoerleiding. Toch zullen deze lasten in de nabije toekomst door de Bredase burgerij geheel of gedeeltelijk betaald moeten worden, opgelegd door de ge meenteraad of door het waterschap. Dit zou dan wel eens kunnen gebeuren op een tijdstip dat de door de gemeente geheven belastingen de grens van het toelaatbare reeds hebben bereikt. Hoewel wij het bijschrijven van de rente een bedenkelijke zaak achten is deze kwestie op dit moment naar onze mening nog niet van voldoende importantie om tegen de betreffende begrotingspost te stem men omdat ook bij ons nog steeds de flauwe hoop leeft dat de inves tering spoedig wordt overgenomen door het nieuwe waterschap. Wij menen echter verplicht te zijn met nadruk erop te wijzen dat wij als raad wel kunnen uitstellen, maar de financiële gevolgen van de gemaakte investering niet kunnen verwaarlozen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 727