25 NOVEMBER 1969 732 Dit jaar werd Breda als gevolg van de huurliberalisatie gecon fronteerd met een groot aantal vonnisgevallen, een vroeger spora disch voorkomend verschijnsel. Deze vonnisgevallen hebben groten deels betrekking op de ontruiming van oude, vooroorlogse woningen met lage huren. Bejaarden, die er nooit aan hebben gedacht dat zij hun vertrouwde huis zouden moeten verlaten, worden gesommeerd hun woning binnen een paar maanden te ontruimen. In sommige gezinnen dreigt hierdoor een panieksituatie te ontstaan. Daar in vele gevallen slechts een lage huur betaald kan worden is men aangewezen op gemeentewoningen. Doch niet alleen zij, maar iedereen die alleen een lage huur kan betalen wendt zich tot het gemeentebestuur, terwijl de bevoegdheden van het gemeente bestuur vergeleken met het verleden veel minder geworden zijn. Een poging van uw college om het eigen woningbezit op peil te houden, werd door de raad verijdeld. Bij de besluitvorming in de raad zijn, naar mijn mening, verouderde gedachten over bezits vorming die nog steeds leven bij de confessionele partijen van beslissende betekenis geweest. De kantonrechter spreekt recht op grond van de wet en de raad heeft een rechtsgeldig besluit geno men, doch met gerechtigheid hebben deze uitspraken niets te maken. De heer VAN DER WERFF: Dat is een beetje kras.' CONTACT OVERHEID-BURGERIJ. De heer VAN DER ZWAN vervolgt: Hoewel over dit onderwerp de laatste jaren regelmatig in de raad werd gesproken, waag ik het er toch op er nu weer een enkele opmerking over te maken. Van de zijde van uw college zijn de laatste tijd verschillende maat regelen genomen om dit contact te verstevigen. Als voorbeelden noem ik de aanstelling van een voorlichtingsambtenaar en uw voor stel tot vestiging van een permanent voorlichtingscentrum. Over dit voorstel verkeren wij nog steeds in het onzekere. Gaarne zouden wij nog tijdens deze begrotingsbehandeling van uw college vernemen hoever de plannen nu gevorderd zijn. Dat de voorlichting nog steeds niet is wat zij zou moeten zijn, blijkt wel uit het feit dat De Stem een speciaal telefoonnummer heeft gereserveerd voor het aannemen van klachten. Het is mij bekend dat niet alle klachten gegrond zijn. Sommige burgers verwachten van het gemeentebestuur een dienstbetoon en efficiency die, zo die al te verwezenlijken zouden zijn, teveel geld zouden kosten. Daar komt nog bij dat wat de een graag wil door een ander wordt verworpen. Dit alles neemt niet weg dat er toch gegronde klachten leven bij de burgerij. Het probleem is vaak er achter te komen waaruit deze klachten nu eigenlijk bestaan. Een geschikt middel daartoe is naar onze mening de instelling van wijkraden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 732