741
25 NOVEMBER 1969
De ruimtelijke nood van Breda, het gebrek aan bouwrijpe terreinen,
met als gevolg stagnatie in de woningbouw met alle daarbij behorende
inconveniënten, is een droeve zaak die tot bitterheid stemt, omdat dit
probleem, zoals het nu levensgroot voor ons staat, door college en raad
reeds jaren en jaren geleden is onderkend, geponeerd, bediscussieerd en
aan de orde gesteld waar het aan de orde te stellen was.
Dat regeren vooruitzien betekent werd buiten Breda te laat, veel
te laat begrepen. De verantwoordelijken zetelen in Den Bosch, de reke
ning verwachten zij wellicht reeds.
Nu we wat de woningbouw betreft vrijwel zijn uitgevroren, is de
enige schrale troost dat we wat meer tijd krijgen ons te bezinnen op
het toekomstige bouwbeleid.
Voor een discussie over het nationaal woningbouwbeleid van de
laatste 20 jaar is de raadzaal niet de aangewezen plaats. Het is helaas
nog steeds wel een ellende zonder zichtbaar ende.
In de te entameren nieuwbouw, waarbij ik denk aan Princenhage
West, zou ik het waarderen wanneer zoveel mogelijk variatie zou wor
den toegepast.
Ik xlenk hierbij aan wat minder starre voor- en achtergevels bij aan
eengesloten bouw en een wisselende woninggrootte binnen deze aaneen
gesloten bouw. Ik meen dat dit zowel bij toepassing van traditionele
als bij giet- en elementenbouw realiseerbaar is. Als voordeel zie ik
dat men in een straat bejaarden en grotere gezinnen zou kunnen huis
vesten.
Voor de Haagse Beemden zal een bijzonder aantrekkelijk bouwplan
opgesteld dienen te worden met als bijkomend probleem dat vrijwel in
één fase een volledig dorp of wijk ,tot stand zal moeten worden gebracht,
waarbij monotonie voorkomen dient te worden en het geheel grotendeels
in laagbouw te projecteren ware. Hoogbouw, waarvoor -- ook bij vrije
keuze -- bij woningzoekenden beslist wel belangstelling bestaat, zou ik
bij voorkeur in saneringsgebieden gepland willen zien.
De schaarse bouwpercelen in de bestaande nieuwbouwwijken waren
bij voorkeur te bestemmen voor de bouw van bejaardenwoningen, zodat
de na 65-ers in de gemeenschap opgenomen blijven.
Het huidig bestand aan woningwetwoningen wordt door vijf instan -
ties gedistribueerd en door vier instanties geadministreerd. Ik meen dat
het zowel in het belang van de woningzoekenden als ten behoeve van
het streven naar een optimale doorstroming gewenst zou zijn dat een
poging tot coördinatie wordt ondernomen, waarbij ik zou willen pleiten
voor één centraal beheer en administratie, onder een democratisch
samengesteld bestuur dat waakt over de richtlijnen en ambtelijke wille
keur kan voorkomen.
Gewetenloze uitbuiters verschaffen in onze gemeente logies aan
buitenlandse gastarbeiders onder omstandigheden die niet langer te
tolereren zijn. In deze mensenpakhuizen is hygiëne een onbekend be
grip, ongedierte helaas een begeleidend verschijnsel. Onze huidige
verordeningen blijken onvoldoende om in te grijpen. Ben ik goed in
gelicht, dan zou de gemeente Rotterdam over een hanteerbare veror
dening beschikken mede ook t. a.v. de registratie van vreemdelingen.