13 FEBRUARI 1969
'74
13. HET AANGAAN VA.N KASGELDLENINGEN MET EEN MAXIMUM
LOOPTIJD VAN EEN JAAR IN HET TWEEDE KWARTAAL 1969.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
14. BENOEMING VAN EEN LID VAN DE VASTE RAADSAFDELING
VOOR DE FINANCIEN.
De heer VAN LOON stelt de heer van Banning kandidaat.
De VOORZITTER vraagt of er nog andere kandidaten gesteld worden.
Aangezien dit niet het geval is, is de heer van Banning benoemd.
De heer VAN BANNING verklaart desgevraagd de benoeming te aan
vaarden.
15. HET VERLENEN VAN EEN VOORSCHOT OP DE VERGOEDING EX
ARTIKEL 73 VAN DE KLEUTERONDERWIJSWET VOOR HET JAAR
1969 AAN DE BESTOREN VAN DE BIJZONDERE KLEUTERSCHOLEN.
16. DIVERSE VERZOEKEN VAN SCHOOLBESTUREN OM MEDEWERKING
OP GROND VAN HET BEPAALDE IN ARTIKEL 72 DER LAGER-ONDER-
WIJSWET 1920.
3T Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
17. PREADVIES OP EEN VERZOEK VAN DE STICHTING HOGER ECONO-
)T MISCH EN ADMINISTRATIEF ONDERWIJS IN BREDA.
De heer VAN DER WERFF zegt, dat het preadvies van burgemeester
,EG en wethouders vergezeld van een duidelijke rapportage van de socio-
s[ grafische dienst bijzonder actueel is voor de gemeente Breda en dat
net eigenlijk voor geheel West-Brabant van bijzondere betekenis kan
zijn. Wel wordt momenteel nog betwijfeld of de leerlingentoevloed,
zoals die uit het rapport van de sociografische dienst blijkt, voldoende
!- zal zijn. Spreker meent,, dat als men een vergelijking maakt met de
sociale academie en met de H,T.S„, waar de leerlingen momenteel
uitpuilen, men dit niet zo somber behoeft in te zien. Hij meent, dat
de school, die men hier te Breda wil realiseren, van bijzondere bete
kenis kan zijn voor de werkgelegenheid in West-Brabant, die steeds
meer afgestemd wordt op de dienstensector.
De heer BARIJ zegt, dat ook zijn fractie graag wil instemmen
met het plan om in Breda te komen tot deze school voor Hoger Econo
misch en Administratief Onderwijs. Breda zit goed in zijn beroepson
derwijs. Te denken valt hierbij aan de technische scholen, aan Marken-
daal, St. Joost en de geplande economische en administratieve scholen
brengen een waardevolle en zinvolle aanvulling op het beroepsonder
wijs, dat er reeds is. Spreker heeft er behoefte aan het college te prij-
zen voor de grote voortvarendheid waarmede het tewerk is gegaan en
die lof geldt ook voor de stichting en voor de sociografische dienst.