25 NOVEMBER 1969 746 Zojuist verneem ik dat ook gedeputeerde staten van Noord-Brabant aan provinciale staten een voorstel doen van gelijke strekking als het voorbeeld van de fractie-assistent in Amsterdam. FINANCIEEL BELEID. Thans kom ik tot een beoordeling van het financieel beleid dat aan de voorliggende begroting ten grondslag ligt. Het behoeft geen betoog dat het sluitend maken van de begroting telkenjare een formidabele opgave is. Wij willen dan ook nogmaals woorden van dank richten aan uw college, waarbij wij extra willen onderstrepen het woord van dank aan de afdeling financiën, zoals dit tot uitdrukking is gebracht door collegae in het centraal rapport. Zoals onzerzijds reeds in het centraal rapport werd gesteld wordt de vreugde over het feit dat de voorliggende begroting sluitend kon worden aangeboden sterk getemperd door de wijze waarop dit resultaat slechts door een complex van ingrijpende maatregelen kon worden bereikt. Aansluitend aan uw conclusie in de nota van aanbieding op pagina 25, onderschrijven wij dat er vele onduidelijkheden zijn t. a.v. de ge meentefondsuitkeringen. U stelt daarbij dat het noodzakelijk is van ver onderstellingen uit te gaan en dat de daaraan verbonden risico's zullen moeten worden geaccepteerd. In de bekende circulaire van de ministers van binnenlandse zaken en van financiën d. d. 30 juni j. 1.welke handelt over de uitkering uit het gemeentefonds -- door u enkele malen aangehaald in uw antwoord nota -- worden enkele zaken toch wel zeer duidelijk gesteld. Wanneer ik het met eigen woorden mag weergeven komt het hierop neer: a. De gemeenten behoeven voor 1970 niet te rekenen op enige ver hoging van de thans vastgestelde uitkering. b. De sterke stijging van de uitgaven in de sociale sector dient te worden getemporiseerd. c. De herziening van de verdeelsleutel laat nog op zich wachten. Bij een bespreking van deze circulaire in de vakbladen wordt gesproken van een somber perspectief voor de gemeenten. In een van de commen taren wordt letterlijk gezegd: "Men laat de gemeenten maar aan modderen met de te lage uitkeringen, om dan later, jaren later toch de nadrukke lijk gevraagde verbeteringen aan te brengen. Zo kweekt de regering zelf tekorten bij de gemeenten, dwingt men hen aanvullende bijdragen te vra gen en dan onder het juk van harde voorwaarden door te gaan. Dat zal geen opzet zijn maar het is wel het trieste resultaat van het stelselmatig negeren van de gemeentelijke belangen". Keiharde taal, maar ik ben het er volkomen mee eens. Intussen ben ik van mening dat rekening moet worden gehouden met het eveneens keiharde feit in genoemde circulaire en door mij hierboven on der a, b en c genoemd. Dit neemt niet weg dat uw college van mening is vast te moeten houden aan haar eigen prognose met betrekking tot de uitkering uit het gemeen tefonds, hetgeen resulteert in een risico-raming tot een bedrag van 454.136, --.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 746