25 NOVEMBER 1969
750
De heer KROON: Hij zal zich herinneren dat ik schoorvoetend
mijn "voor" heb uitgesproken.
De heer VAN DER WERFF: Met pijn in het hart]
De heer KROON: Inderdaad. Ik heb mij toen laten leiden door
het feit dat het deelplan Beyerd/V V.V. spoedig zou kunnen worden
gerealiseerd, waardoor een van de "schroeiplekken" in de binnenstad
zou kunnen worden weggewerkt. Het blijkt ook nu weer dat haastige
spoed zelden goed is, want na een gedegen studie komt de ingestelde
werkgroep thans tot andere en voor mij meer aanvaardbare concepties.
Het door de werkgroep voorgestelde plan voor het culturele trio Beyerd/
bibliotheek/muziekschool spreekt mij wel aan. Uit de door uw college
ingestelde studie is duidelijk geworden dat het gegeven volume te klein
is om de drie functies adequaat te kunnen huisvesten, terwijl ook de
geluidshinder van de muziekschool bezwaren kan opleveren. De ge-
dachtengang van uw college, vervat in bijlage no. 342, wil ik dan ook
gaarne volgen. U stelt in hetzelfde stuk verder dat na een bespreking
met professor Brouwer t. z.t. nadere voorstellen zullen worden gedaan.
Het is mij uiteraard niet bekend of uw college deze bespreking reeds
heeft gevoerd. Ik zou echter de suggestie willen doen deze bespreking
te doen plaatsvinden in een informele raadsvergadering evenals in no
vember 1966 is gebeurd. Een dergelijke bespreking zou dan m.i. niet
beperkt moeten blijven tot dit deelplan; ten aanzien van de volgende
fasen van het gehele plan bestaan bij de raad ook nog zeer vele on
zekerheden. Ik moge slechts verwijzen naar de discussies bij de vorige
algemene beschouwingen. Mogelijk kan zowel voor uw college als
voor de raad een dergelijke discussie in aanwezigheid en met voorlich
ting van de deskundigen verhelderend werken. Wij zijn zeer benieuwd
te vernemen of uw college bereid is deze suggestie over te nemen.
Ten aanzien van het binnenstadplan kan ik kort zijn. Het in de
vorige raadsvergadering aangenomen voorstel van het college tot het
aangaan van een overeenkomst met het Bureau voor Ruimtelijke Orde
ning N V. te Vught ten behoeve van het opstellen van een stedebouw
kundig plan voor de binnenstad geeft in dit stadium weinig aanleiding
tot het maken van concrete opmerkingen. Wij kunnen slechts hopen en
vertrouwen dat genoemde N. V. met zeer bekwame spoed aan het werk
gaat, zodat nog in deze zittingsperiode van de raad een structuurplan
voor de binnenstad op tafel zal komen.
Ik acht het wel van bijzonder groot belang dat uw college erop
toe ziet dat in samenwerking met de eigen stedebouwkundige dienst
in een zo vroeg mogelijk stadium de burgerij en maatschappelijke
instanties inspraak te geven, b. v. door het houden van hearings, zoals
dat ook met betrekking tot het plan Princenhage-West is gebeurd. Ik
neem aan dat op een of andere wijze ook de schetsplannen van de Bredase
architecten mede in overweging zullen worden genomen. Naar onze
mening zou voor dit plan een stedebouwkundige adviesraad mogelijk
een geëigende vorm kunnen zijn om deze inspraak te concretiseren.