759 25 NOVEMBER 1969 Ta] De heer VON SCHMID: Helemaal niet, mijnheer van Loon, dat ma zult u wel merken. Wacht u maar rustig af en ligt u er maar niet van eer wakker, dan komt het allemaal wel goed. slUj Het gevolg is dat ook in Breda het beleid als het ware onzichtbaar enc tot stand komt, zeker onzichtbaar voor de burgerij. Op een gegeven eni moment ziet zij de resultaten, maar niet hoe die tot stand zijn ge- zij] komen. Hoe werken bijvoorbeeld de gemeentelijke diensten? Welke hui alternatieve plannen hebben er bij de gemeentelijke diensten bestaan ste] voordat hier een bepaald voorstel ter tafel komt? Het is wel zeker We: dat ook voor de ambtenaren die met deze zaken moeten werken het en vaak heel ondankbaar werk is omdat hun alternatieven niet bekend ges zijn of althans niet in de openbaarheid komen. Het weinige dat ten- nat slotte wordt losgelaten komt terecht in een besloten vergadering van dig een raadsafdeling -- waarvan de heer van Loon heeft gezegd dat die ant maar gauw open moeten, alleen weet ik niet of het zal gebeuren; hei in ieder geval heeft hij goede voornemens zoals vaak aan het einde woi van het jaar en dat zal dus wel weer overgaan --en vervolgens in een het besloten vergadering van een fractie. Deskundigen uit de stad en de wo: inspraak van "gewone" burgers, die niet zijn gekwalificeerd in be- woi paalde deskundigheden, worden niet gemobiliseerd. ad\ Hiermee kom ik nog even terug op de heer van Loon, die heeft zie gezegd dat er allerlei wijzigingen van de gemeentewet moeten plaats- het vinden. Dat is echter helemaal niet nodig, want wij hebben al artikel 61 van de gemeentewet en dat zou hier uitermate bevruchtend kunnen hat werken. Ook een goed bemand voorlichtings- en informatiecentrum de zou hier goede diensten kunnen bewijzen om deze zaken in het kader is. van de bestaande gemeentewet en binnen de bestaande gemeentelijke kot verhoudingen een heel stuk verder te brengen. Bre In feite wordt er- tot nu toe niets gedaan om de gemeentelijke dat diensten ook ter beschikking te stellen van de burgerij en de raad, bel terwijl toch vaststaat dat zij er zijn voor de gehele gemeenschap en niet alleen voor het college. De partijen en ook de fracties die hier dat zitten zouden dit kunnen veranderen als zij wilden. Als de heer van lijl Loon de afdelingsvergaderingen bijvoorbeeld open wil hebben, waarom toe zou het dan niet gebeuren? Het gebeurt echter niet. Zo zijn er talloze dei andere voorbeelden te noemen. kos De gevolgen van dit alles zien wij terug in de huidige begroting. do< Voordat ik verder ga wil ik mij gaarne aansluiten bij de dank die mijn de voorgangers reeds hebben uitgesproken aan het adres van allen die aan de Wo samenstelling ervan hebben medegewerkt. rer Het staat echter wel vast en dat ziet men als men wat langer rel< in de raad zit -- enige ervaring heb ik ook wel --, dat ook de begro- be; ting voor 1970 in feite niet veel anders is dan het overigens onmisbare 15C -- dat zeg ik er direct bij, natuurlijk moet dat er zijn -- "huishoud- grc boekje" van de gemeente. Het gaat er echter om of deze begroting bet beleidsvormende waarde heeft en die heeft zij mijns inziens niet of sar nauwelijks. Planning op lange termijn wordt slechts incidenteel en wo in veel te geringe mate geboden in het onrendabel investeringsplan, be: maar niet in de begroting zelf. Toch zal dit in de toekomst anders vaj moeten, wil men kunnen spreken van een vooruitziend bestuur. m

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 759