25 NOVEMBER 1969
762
zijn te beweren dat dit niet het geval is, maar waar is nu sprake van
een dynamische aanpak van de problemen die de groei van Breda be -
lemmeren?
Verder heb ik -- en mijns inziens terecht -- gesproken over
"inconsequent", want op de ene bladzijde van het vraag- en antwoord
spel wordt instemming betuigd met het idee de inspraak vorm te geven,
terwijl op de andere een voorstel wordt gedaan waarin geen enkele
inspraak wordt aanvaard, ofschoon het daar nu juist in praktijk kan
worden gebracht. Of wordt gezegd in het vraag- en antwoordspel:
geen overleg met de randgemeenten, hetgeen trouwens aansluit op
het antwoord dat u, mijnheer de voorzitter, hebt gegeven tijdens het
annexatiedebat op mijn vraag of dat overleg weer op gang zou komen.
Inmiddels weten wij allemaal --ik heb het vanavond nog eens
gehoord - - dat er toch overleg is geweest met Prinsenbeek en dat er
nog verdere plannen bestaan. Op zichzelf is dat natuurlijk heel prettig,
maar men vraagt zich toch wel af waarvoor dan die krachtige ontken
ningen nodig zijn. Waarom die geheimzinnigheid? Dat begrijp ik niet.
Ook voor de stadssanering komt men weer met een mijns inziens
statische aanpak. Sinds vorige week donderdag heeft de raad --ik zou
haast zeggen: natuurlijk.' -- daar weer zijn fiat aan gegeven. Zoals
bekend heb ik er uitvoerig over gesproken en er mij tegen verzet, want
hier had men nu de kans te komen tot die inspraak. Hier had men een
adviescommissie ex artikel 61 kunnen inzetten, althans de gedachten
daarover laten gaan, waarvan wordt gezegd dat ook het college daar
voor zoveel aandacht heeft. Ik begin bijna te geloven1 dat de woorden
"er wordt aandacht aan besteed" in de praktijk in feite betekenen dat
er een nog dieper plaatsje in de beroemde ijskast voor wordt gezocht.
Ik vraag mij dus wel af of dit nu de methode is om een leefbare stad
te creëren en om, volgens de wensen van de bewoners, meer afwis
seling te brengen in de woningbouw.
Hetzelfde kan men zeggen over de kwestie van de militaire ter
reinen. Terecht wordt gesteld dat er een nauw verband bestaat tussen
de plannen voor de binnenstad en de oplossing van dit vraagstuk. Er
wordt echter niet vermeld waarom het erbij betrekken van de militaire
terreinen "duur" moet zijn. Het woordje "duur" staat er tussen aan
halingstekens bij Dat is natuurlijk ook een manier van antwoorden,
maar ik zou dan toch graag weten wat daarvoor de argumenten zijn.
Evenmin wordt gezegd welke stappen worden ondernomen of kunnen
worden ondernomen. Ook dat "heeft weer de aandacht", enz. Voor mij
staat in het algemeen vast dat, als men in Breda werkelijk dynamisch
bezig zou zijn met de stadsplanning, er genoeg beleggers hevig in dit
alles geïnteresseerd zouden zijn. Het is immers zonneklaar dat een
dynamische aanpak en een goede sfeer tussen overheid en bevolking
heel veel dingen zouden "losslaan" en vele initiatieven naar voren
zouden doen komen. Op de huidige manier komt er niets van de grond
en gaat alles onze neus voorbij. De laatste berichten zijn dat de Moer
dijkvestiging voorlopig voordelen gaat opleveren voor Roosendaal, ter
wijl wij daar toch grote hoop op hadden gevestigd.