27 NOVEMBER 1969.
774
vanzelfsprekend wel wijkraden werkzaam en daar vervullen zij waar
schijnlijk ook een belangrijke taak, maar onze stad leent zich daar
naar de opvatting van het college nog niet voor.
Het derde onderwerp waarover ik u heb toegezegd te zullen
spreken is de fractie-assistentie, waarover speciaal de heer Kroon het
heeft gehad. Het college is daar wel enigermate gevoelig voor. Onder
zoekingen, ook elders, hebben aangetoond dat het instituut van de
fractie-assistentie steeds meer ingang vindt. Ik zie in mijn aantekenin
gen dat de heer Kroon gesproken heeft over Almelo, Hengelo en gedepu
teerde staten. Wij zullen gaarne de mogelijkheden bezien of dit systeem
ook in onze stad kan worden toegepast.
Wat de verhouding tot de raad betreft heb ik enige moeite ge
had met de opmerking van de heer Melzer - hij duidé mij dat niet
euvel - over het botweg doordrukken van stukken. Hij heeft dat waar
schijnlijk niet zo bedoeld en hij weet ook wel - ik meen dat iedereen
deze opvatting wel is toegedaan - dat dit ook nimmer de bedoeling
van het college van burgemeester en wethouders is geweest. Ook de toe
lichtende voorbeelden die hij heeft aangehaald, zoals de wijkverwar-
ming, de voetballerij - waarbij hij overigens zelf op spoed heeft aan
gedrongen -, het informatiecentrum, dat er ook zo spoedig mogelijk
moet komen, en de vrouwenadviescommissie, zijn mijns inziens toch
niet helemaal juist. Wij drukken niets door, wij zijn altijd bereid een
stuk terug te nemen en op een ander tijdstip te behandelen. Ik meen
dat het college daarvan ook regelmatig blijk geeft door, wanneer het
maar even merkt, hoe dan ook en van welk raadslid of welke afdeling
ook, dat een stuk onvoldoende behandeld is kunnen worden, dit terug
te nemen. Ik wil daar graag bij zeggen dat ik geloof dat er toch ook
andere voorbeelden zijn waarin die relatie tussen het college en de
raad juist voortreffelijk naar voren komt. Als ik naar mijn eigen porte
feuille kijk zie ik het zeer constructieve overleg van de laatste maanden
over de algemene politieverordening, de zeer duidelijke informatie
van de kant van het college over de studie van de toekomstige struc
tuur van Breda, de grenswijzigingsprocedures en de kwestie van de
Moerdijk. In al deze gevallen is naar ik meen sprake geweest van goed
overleg en ik geloof dat er ook in vele andere afdelingen een heel ple
zierig verkeer met de raad is.
De heer Van Loon heeft nog eens heel speciaal de aandacht ge
vestigd op de ambtenaren. Ik ben hem daar dankbaar voor. Ook wij
zijn vanzelfsprekend zeer erkentelijk voor de enorme inspanning die
het ambtenarenapparaat in deze stad zich getroost, zeer speciaal mag
dit bij deze gelegenheid worden gezegd aan het adres van de afdeling
Financiën. Wij zijn het erover eens dat aan het ambtenarenkorps zeer
hoge eisen worden gesteld, zowel wat de beleidsadvisering betreft als
de contacten met de burgers. Dat is een bijzonder belangrijke aange
legenheid. De voorbereiding van de besluiten van het college - dat is
immers de functie van het ambtenarenkorps - gebeurt op een goede
wijze. De heer Van Loon heeft gezegd - ik weet niet of hij dat letterlijk
bedoelde -: "De meeste beslissingen worden door de ambtenaren geno
men". De ambtenaren hebben natuurlijk een grote invloed op de be
sluitvorming, maar wanneer het gaat om beslissingen die zij nemen