785 27 NOVEMBER 1969. volgende overwegingen: er is een aantal verkeersmaatregelen in voor bereiding die invloed zullen hebben op de lijnenvoering, waarover over leg wordt gepleegd met de verkeersingenieur van openbare werken; de noodzakelijkheid van openbaar vervoer tot in het centrum, mede naar aanleiding van het voornemen een linksafverbod in te voeren voor de Houtmarkt-Halstraat, waar het linksafslaan uit verkeersoogpunt een vervelende situatie is. De directeur van de B. B.A. heeft hierover een gesprek gevraagd met de vroegere commissie openbaar vervoer, mede om de lijnvoering over de cityring nog eens te bezien. Voor de econo mische bedrijfsvoering speelt o.a. de samenvoeging van de lijnen 2 en 6 een rol, waardoor met hetzelfde aantal bussen de frequentie zelfs nog kan worden opgevoerd. Een voorstel van de B. B. A. voor het corri geren van het lijnenplan, hetgeen volgens de heer Melzer wel een nieuwe dienstregeling tot gevolg zal hebben, is nog niet ontvangen. Wij verwachten het echter zeer binnenkort en het ligt in mijn voornemen hierover en over andere zaken die het openbaar vervoer aangaan spoe dig met de afdeling voor openbare werken te vergaderen. Ik geloof dat ik hiermee het misverstand wel uit de wereld heb kunnen helpen. De heer Melzer is nog eens teruggekomen op de Vrouwen Ad vies Commissie, zo heb ik begrepen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik langzamerhand niet meer precies weet waar ik met die V. A.C. aan toe ben. De heer Melzer heeft namelijk gezegd dat het toch eigenlijk van een gebrek aan visie getuigt dat aan de V. A.C. niet een bredere taak wordt toegewezen. Naar aanleiding van een discussie die ik des tijds heb gehad met mijn partijgenote mevrouw De Bonte heb ik con tact gehad met de V.A.C. zelf. Dat was een heel prettig gesprek, waarin wij duidelijke afspraken hebben gemaakt wat wij zouden doen. De V.A.C. is daarmee akkoord gegaan en wij houden ons aan die af spraak, mij is althans niet bekend dat wij dat niet doen. Ik vind het dan ook een beetje onbegrijpelijk dat nu ter gelegenheid van een be grotingsbehandeling bij een algemene beschouwing wordt gevraagd waarom het college de V.A.C. niet inschakelt. Als de V.A.C. vindt dat zij onvoldoende wordt ingeschakeld, wat let haar dan, gezien het prettige contact dat er is, bij ons te komen? Ik moet eerlijk zeggen dat ik deze opmerking van de heer Melzer niet helemaal begrijp. De heer Melzer heeft het ook nog gehad over de dure bouwkun dige opvattingen, die ertoe leiden dat er voorzieningen worden getrof fen die nogal aan de prijzige kant zijn. Hij vraagt zich daarbij af of dit nu allemaal wel zin heeft en of wij ten aanzien van de uiterlijke vorm geving niet beter wat water in de wijn zouden kunnen doen, waardoor wij voor hetzelfde bedrag misschien meer voorzieningen zouden kunnen realiseren. Toen dit onderwerp aan de orde was hebben wij daarover vrij uitvoerig gediscussieerd en ik kan dus in principe de gedachten- gang van de heer Melzer wel volgen. Wij zullen echter ieder concreet geval op zijn betekenis moeten beoordelen. Men kan het wel in alge mene zin met elkaar eens zijn, maar ik meen dat aan de hand van de concrete voorstellen zal moeten worden aangetoond dat de verhouding tussen wat esthetisch verlangd wordt en wat functioneel nodig is niet in de richting van het esthetische wordt overtrokken. De heer Melzer heeft verder gevraagd om meer variatie in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 785