27 NOVEMBER 1969. 792 genomen. Overigens kan ik de heer Melzer meedelen dat binnenkort een voorstel aan de raad zal worden voorgelegd, waarin de meerder heid van de beschikbare plaatsen aan jongeren zal worden ingeruimd. Dit is in overeenstemming met de wens van de jongeren en - om in de stijl van de heer Melzer te blijven - de dierenarts is al besteld. De heer Melzer vraagt zich verder af of bij grootverbruikers van subsidie een clausule in de subsidievoorwaarden kan worden opge nomen dat de gemeente zich het recht voorbehoudt eventueel tot door lichting over te gaan ter voorkoming van onzakelijk beheer en om een overzicht te verkrijgen omtrent het nut en het rendement. Hij verwacht daarvan een preventieve werking. Ik kan hem daarop antwoorden dat wat mijn grootverbruikers betreft een accountantsrapport vereist is,dat aan de subsidiëring een bespreking van de begroting voorafgaat en dat een afrekening wordt gevraagd. Bij deze bespreking komen de door de heer Melzer genoemde zaken aan de orde. De vraag over de dure accommodatie is al beantwoord door mijn collega van openbare werken. Op zijn vraag of de sportstichting gehoord is over de voorgestelde verhoging van de tarieven van sportac commodaties kan ik de heer Melzer meedelen dat inderdaad overleg is gepleegd en dat de sportstichting zich met de voorgestelde verhogingen kan verenigen. Bovendien heeft de sportstichting over de verhoging van de tarieven voor buitensportaccommodaties de daarbij betrokken vere nigingen gehoord, welke zich eveneens akkoord hebben verklaard. De heer Kroon heeft aandacht gewijd aan de temporisering van de uitgavensector en in dit kader wijst hij op de stijging van de perso neelslasten. Naar aanleiding van zijn opmerking over de stelpost in hoofdstuk 13, volgnummer 13.029, wil ik de heer Kroon er allereerst op wijzen dat de bedoeling van deze post is, de totale geraamde uit breiding van de personeelskosten te verminderén, omdat de verwachting bestaat dat diverse personeelsuitbreidingen toch niet gemiddeld per 1 juli van het begrotingsjaar worden gerealiseerd. De bedoeling van het college is de raming van de personeelskosten zoveel mogelijk terug te brengen tot de realiteit, waardoor wordt voorkomen dat onnodig ruimte wordt bezet die vermoedelijk niet zal worden gebruikt en die dus vrij komt voor andere uitgavenposten. Dat dit antwoord de heer Kroon niet geheel tevreden zal stellen, kan ik enigermate begrijpen. Ik zal pogen hem in mijn verdere antwoord meer redenen tot tevredenheid te geven. Bij de interne begrotingsbehandeling in het college en reeds voor dien in het overleg van de overige wethouders met de wethouder van financiën wordt nagegaan of de personeelsramingen aanvaardbaar zijn. Dit is uiteraard een globale beoordeling van de motivering. Bij realise ren van een geraamde personeelsuitbreiding moet steeds machtiging van het college worden gevraagd en verkregen. Het feit dat personeels uitbreidingen zijn geraamd is voor directeur of afdelingschef geen auto matische machtiging om personeel aan te nemen. Het college zal er naar streven aan de hand van personeelsformaties, naar functies en be manning, naar rang, niveau en aantallen het personeelsbestand duidelijk formeel vast te leggen, opdat het totstandkomen van personeelsuitbrei dingen met nog meer zorg zal worden omgeven dan thans het geval reeds is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 792