1 JANUARI 1969
haar man daarin heeft gesterkt en heeft meegeleefd eist inderdaad
de dankbaarheid van de gehele raad. De raad hoopt daarom dat
mevrouw in de nieuwe werkkring van wethouder van Boxtel een
even grote steun zal zijn.
Namens de raad zegt spreker dat hij hoopt dat het burgemeester
schap van Castricum wethouder van Boxtel zal brengen wat deze
ervan verwacht.
Als zijn gezondheid goed blijft en zijn werklust dezelfde als hier,
dan staat hem een dankbare taak te wachten. Persoonlijk hoopt
spreker nog eens in Castricum te komen om daar eens te kijken
hoe de wethouder zich daar heeft ingeleefd en hoe de zaken er
reilen en zeilen. Spreker feliciteert wethouder van Boxtel nog
maals met diens nieuwe functie en biedt de beste wensen van de
gehele raad, uitgezonderd één, aan.
De raad wil natuurlijk geen afscheid nemen zonder de wethouder
een blijvend aandenken te geven. Het cadeau is te groot om het
de raadzaal binnen te dragen. De raad is ervan overtuigd dat de
wethouder hard zal moeten werken en wil daarom dat hij na het
werk rust kan vinden. Daarom biedt hij een fauteuil aan en hij
hoopt dat wethouder van Boxtel dit cadeau in de receptiezaal in
ontvangst zal willen nemen en er heel veel plezier van zal hebben.
De heer VAN BOXTEL zegt vandaag nog graag te zeggen:
"Dames en heren leden van de raad".
Spreker wil beginnen de burgemeester, die de gelegenheid van
deze extra raad aangreep de beste wensen voor het nieuwe jaar
aan te bieden, met een wederkerige wens te antwoorden.
In de regie van deze vergadering heeft ieder beloofd zich zeer
maatschappelijk te gedragen en de woorden over en weer zoveel
mogelijk te bekorten. Hij wil daar een ernstige poging toe doen
en hij ziet dat de raad daar verrast van opkijkt.'
Vele jaren heeft spreker in deze zaal in het midden van de raad
mogen doorbrengen. Op een dag als vandaag is die zaal anders,
zij heeft een andere intimiteit en er zijn gevoelens die de hele
omgeving waarin men verkeert anders doen ervaren. Hij zegt
twintig jaar in deze stad te hebben gewoond en geleefd,, hetgeen
lang genoeg is om er bijzonder aan gehecht te zijn. Het is een
boeiende stad en hij heeft er graag gewerkt. Dit aanvankelijk in
zijn functie bij het ziekenfondswezen, nadien geroepen om deze
stad mee te mogen helpen besturen. Dat is een even moeilijke
als facinerende, een even dankbare als soms ondankbare zaak. Het
vraagt de gehele mens en niet minder dan dat.
Het hoofddoel dat spreker bij zijn werk op alle deelterreinen in de
afgelopen jaren steeds voor ogen heeft gestaan is geweest een stre
ven naar het scheppen van nieuwe structuren die aangepast zijn aan
de dag van vandaag en aan de toekomst. Hij spreekt daarbij de