801 27 NOVEMBER 1969. ingevoerd en die is niet aan maxima gebonden. Ervan uitgaande dat de wet wordt ingevoerd zullen wij daarover natuurlijk uitgebreid met de raad van gedachten moeten wisselen. Een verruiming van de ge meentelijke middelen met 200 miljoen zonder lastenverzwaring is echter bij aanneming van deze wet mogelijk. Naar onze globale be rekening zou dat voor Breda neerkomen op iets minder dan 1 °Io. De kwestie van de honorering van de centrumfunctie heb ik al behandeld. Ik meen dat ook enige aandacht moet worden geschonken aan de kwestie van de financiering. Ik zal daar niet teveel over zeg gen. Alleen wil ik de heer Melzer meedelen dat wij met betrekking tot deze zaak in het overleg met Gedeputeerde Staten zover zijn dat ten principale overeenstemming is bereikt en dit jaar ook al in de praktijk zullen toepassen dat de gemeente Breda wat de financiering betreft zelf de prioriteit zal vaststellen. Een ander gegeven is natuurlijk de beschikbare hoeveelheid financieringsmiddelen en dat is op dit moment naar onze mening het grote tekort, namelijk het ontbreken van zekerheid over de financie ringsmiddelen die ter beschikking van de gemeente zullen worden gesteld en waardoor het beleid gefrustreerd wordt in die zin dat wij niet tijdig weten wat wij in de loop van het jaar kunnen uitvoeren. Dit is echter een vraagstuk waarmee alle Nederlandse gemeenten te maken hebben, waarbij nog komt dat men het geheel overziend moet con stateren dat er bij de gemeente als het ware een uitverkoop plaatsvindt van bouwrijpe grond, enz., terwijl de investeringen in die sector te ruglopen. Dit betekent dat men inteert op zijn vermogen, waarnaast wij een sterke stijging zien van de kortgeldfinanciering boven de toege stane kasgelden. Men kan dit in Breda ook zien in bepaalde voorstellen die in de raad komen. Het probleem is duidelijk dat het tekort aan financieringsmiddelen bij de gemeente zeer urgent is, waarbij ik moet opmerken dat bij de huidige stand van zaken niet mag worden verwacht dat daar op korte termijn belangrijke verbeteringen in zullen komen, ook al overweegt het rijk een deel van de voorinschrijfrekening van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds ten gunste van de gemeenten be schikbaar te stellen. Met betrekking tot de financiën meen ik ook nog even te moe ten stilstaan bij de vragen die zijn gesteld op het gebied van de sociale zorg en het onderwijs. Wij hebben in de nota van aanbieding reeds aangekondigd dat een onderzoek gaande is naar de ontwikkeling van de kosten van sociale zorg. In principe zijn wij van mening dat de kosten van sociale zorg die van rijkswege aan de gemeenten worden opgelegd, een onzuiver element vormen in de gemeentebegroting. Op welke wijze ze daaruit geëlimineerd zouden moeten worden is een andere vraag. Ik geloof dat wij een belangrijke stap in de richting van de redelijkheid zouden zetten wanneer wij de wezensvreemde ele menten uit de gemeentebegroting zouden kunnen verwijderen, of daar in zouden kunnen verwerken op een wijze als gebeurt in de begroting van de politie, wat een doeluitkering is waarmee de politie ook rond komt. Daarmee zou dat onderdeel selfsupporting zijn, ook al is men dan misschien wel betrokken bij de uitvoering, etc. Ook voor de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 801