805
27 NOVEMBER 1969.
dan hij heeft gedaan. Het moet echter fundamenteel worden aange
pakt, omdat anders wel de spelers wisselen, maar het spel en de spel
regels fundamenteel ongewijzigd blijven. Als dit college een bijdrage
zou kunnen leveren aan die nieuwe methodiek in bestuur en de bege
leiding van bestuur en ambtenaren, etc.het oog gericht houdend op
de toekomst, dan moet ik zeggen dat dit naar mijn mening een zeer
waardevolle'bijdrage zou kunnen zijn. Ik dank u wel.
(Applaus).
Wethouder GIELEN: Na een zo enthousiast en helder betoog
is het moeilijk u gedurende een aantal minuten te moeten bezighou
den met een onderwerp dat al zo vaak besproken is, namelijk de wijk-
verwarming. Ik zal niettemin trachten het zo goed mogelijk te doen.
Door enkele sprekers is dinsdag de wijkverwarming ter sprake
gebracht. De heer Van Loon meent dat er op het ogenblik weinig re
den is uitvoerig bij de wijkverwarming stil te staan, mede en vooral
omdat de inhoud van het rapport van de deskundigen nog niet bekend
of nog niet bestudeerd is. Anderzijds acht hij het weinig waarachtig
deze zaak bij de begrotingsbehandeling onbesproken te laten. In ver
band met de door de commissiesuit te brengen adviezen meent hij dat
een grote hoeveelheid werk is verzet, dat heel wat misverstanden en
wantrouwen uit de wereld zijn geholpen en dat mag worden gehoopt dat
het mogelijk is te komen tot een volledig en goed gebruik van de wijk
verwarming. Daarmee bedoelt hij natuurlijk - dat voeg ik er nu zelf
aan toe - dat ook zij die nu nog ontevreden zijn zullen gaan behoren
tot de velen die dagelijks met genoegen van de wijkverwarming ge
bruik maken.
De heer Van Loon meent vervolgens dat onmiddellijk moet
worden overgegaan tot verwijdering van alle warmtemeters of tot het
niet toepassen van de tariefsverordening inzake de warmtelevering,
voor zover dit althans de berekening betreft van de variabele kosten.
Tenslotte spreekt de heer Van Loon zijn afkeuring uit over de sanctie
maatregel van afsluiting van de levering van electriciteit en gas bij
non-betaling van enige leveringen en diensten van de gemeente.
De heer Melzer verwijt het college dat de golven rond de wijk
verwarming niet zo hoog zouden zijn opgelopen wanneer burgemees
ter en wethouders tijdiger de kritiek vanuit de raad au sérieux hadden
genomen. De heer Kroon tenslotte heeft het beraad met de twee com
missies inzake de wijkverwarming een voorbeeld genoemd van goede
democratische samenwerking. Als laatste heeft de heer Woestenberg
gezegd dat de technici het slecht doen in het warmtebeleid. Ik ge
loof dat ik tot nu toe niemand heb vergeten en ik hoop een ieder naar
behoren te kunnen antwoorden.
De opmerking van de heer Kroon behoeft in het kader waarin
deze is geplaatst, mijns inziens niet veel beantwoording. Zowel uit
hetgeen de heer Kroon heeft gezegd als uit hetgeen de heer Van Loon
dienaangaande heeft opgemerkt spreekt waardering voor de vorm en
de wijze van overleg tussen vertegenwoordigers van het gemeentebe
stuur en vertegenwoordigers van de belanghebbende burgers. Ook mijn